2.8.2 spelling: mv van znw

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen voor Nederlands op je tafel
- Ga alvast lezen in je leesboek



1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen voor Nederlands op je tafel
- Ga alvast lezen in je leesboek



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk check
Zijn er nog vragen bij bepaalde opdrachten. 

Hoofdstuk 2 , §2.8 spelling, opdr 4 tm 6
  maken en nakijken
timer
3:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 
In deze paragraaf leer je: 

  • hoe je de verleden tijd van sterke werkwoorden schrijft;
  • hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijft;
  • twintig dicteewoorden.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorkennis
In welke categorieën kun je zn ook alweer indelen?
Noem eens enkele zelfstandige naamwoorden (zn)

Slide 5 - Slide

mensen, dieren, planten, dingen, begrippen, eigennamen
Meervoud zn
Bijna alle zelfstandige naamwoorden komen voor in het enkelvoud en in het meervoud. De drie belangrijkste manieren om het meervoud van een zelfstandig naamwoord te maken zijn het toevoegen van: 

-en, -s en -’s aan het woord.  

BV --> Elise verzorgt paarden, ezels en pony’s.


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

MV op -en
paard - paarden
kans - kansen

Let op, soms moet je het woord aanpassen
- letter toevoegen.  ---> rat - ratten, fles - flessen
- letter weglaten.  ---> beer - beren, daad - daden
- letter veranderen    ---> muis - muizen, scherf - scherven

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

MV op -s
ezel – ezels
sporter – sporters

Sommige woorden eindigen op een klinker. Als je een er -s achter schrijft en de uitspraak verandert niet, dan schrijf je het meervoud gewoon met -s:
bureau – bureaus

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

MV op -'s
Je schrijft -’s als het zelfstandig naamwoord eindigt op een lange klinker die je met één letter schrijft:
-a, -o, -u, -i of -y:
opa – opa’s; piano – piano’s; paraplu – paraplu’s; ski – ski’s; pony – pony’s

Schrijf je de lange klinker met meer letters of met een letter met een accent, dan eindigt het meervoud op -s:
shampoo – shampoos; cowboy – cowboys; café – cafés

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 8
Benoem ook telkens waarom je een bepaalde mv-vorm gebruikt
ik; woord 1 en 2 
wij; woord 3 en 4
jullie; woord 5 en 6
jij; overige woorden

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk
Hoofdstuk 2, §2.8 spelling, opdr 9, 11, 12

Klaar? 
  1. nakijken
  2. woorden oefen met de woordtrainer of lezen in je leesboek

Niet klaar? dan is dit je huiswerk

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Opdracht 7 
bespreken opdracht 12

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Hoofdstuk 2, §2.8 spelling, opdr 9, 11, 12
maken en nakijken

Slide 13 - Slide

This item has no instructions