This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Een formele e-mail schrijven
Slide 1 - Slide
Wanneer stuur jij een e-mail?
Slide 2 - Open question
Formeel of informeel?
- Wat is het verschil?
- Hebben jullie wel eens een formele e-mail gestuurd?
- Naar wie was dat?
- Waar ging het over?
Slide 3 - Slide
Ik schrijf mijn oom een e mail om te vragen of ik zijn grasmaaier mag lenen. Ik schrijf een ............
A
formele
B
informele
Slide 4 - Quiz
Ik wil mijn nieuwe camera laten repareren bij de zaak waar ik die gekocht heb. Ik schrijf een ..................................... email naar die afdeling.
A
formele
B
informele
Slide 5 - Quiz
Waar horen emoji's niet in thuis?
A
In formele e-mail
B
In informele e-mail
Slide 6 - Quiz
Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?
Hallo Kees,
A
formeel
B
informeel
Slide 7 - Quiz
Wat weet je na deze les?
Ik kan de regels gebruiken een zakelijke e-mail te sturen.
Ik kan een klasgenoot helpen met zijn of haar e-mail door verbeterpunten in de e-mail aan te geven.
Ik kan mijn gekregen verbeterpunten verwerken in mijn e-mail door het opnieuw te schrijven.
Slide 8 - Slide
Schrijfopdracht zakelijke e-mail
Vorm een tweetal: je schrijf naar elkaar de e-mail.
Open Schrijfopdracht zakelijke e-mail in Google Classroom.