7.8: Waar is het station?

7.8: Waar is het station?
Aan het einde van de les kan je mensen helpen op de weg. 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

7.8: Waar is het station?
Aan het einde van de les kan je mensen helpen op de weg. 

Slide 1 - Slide

Dit is de provincie...
A
Zuid-Holland
B
Limburg
C
Zeeland
D
Flevoland

Slide 2 - Quiz

noorden
A
de
B
het

Slide 3 - Quiz

Noord
Zuid
Oost
West

Slide 4 - Drag question

Maak een zin.

Slide 5 - Open question

de weg
Een plek waar je met de fiets of de auto kan rijden. 

Zin: De weg is voor fietsen gemaakt. 

Slide 6 - Slide

oversteken
Als je wilt lopen op de weg. 

Zin: Jij moet hier eerst oversteken. 

Slide 7 - Slide

Het kruispunt
De wegen die kruisen. 

Zin: Ik sta bij de kruispunt met mijn fiets. 

Slide 8 - Slide

dichtbij
ver

Slide 9 - Slide

rechtdoor
  • niet naar links en niet naar rechts
  • zin: U loopt rechtdoor en dan de tweede straat rechts. Daar is de markt. 

Slide 10 - Slide

links
  • aan de kant van je hart 
  • zin: Ik schrijf met links.
  • zin: Mijn buurman zit links van mij.
  • zin: Ik kijk naar links.

Slide 11 - Slide

ver
  • Op een grote afstand
  • zin: Amerika ligt ver van Nederland.
  • zin: Hoe ver is het naar de supermarkt?

Slide 12 - Slide

rechts
  • rechts <----> links
  • zin: De meeste mensen schrijven met rechts

Slide 13 - Slide

MAAK EEN ZIN MET: links.
timer
1:00

Slide 14 - Open question

MAAK EEN ZIN MET
: het kruispunt.
timer
1:00

Slide 15 - Open question

Maak een zin met: de weg.
timer
1:00

Slide 16 - Open question