Paragraaf 3.1 (2VMB)

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Paragraaf 1

hoofdstuk 3

Wat ga je doen?

-> Lezen § 3.1

-> Aan de slag

-> Afronding

 

Water op aarde

Paragraaf 1

hoofdstuk 3

Wat ga je doen?

-> Lezen § 3.1

-> Aan de slag

-> Afronding

 

Water op aarde

Paragraaf 1

hoofdstuk 3

Wat ga je doen?

-> Lezen § 3.1

-> Aan de slag

-> Afronding

 

Water op aarde

Opdracht

-> Heb je de tekst goed

     gelezen?

-> Beantwoord dan de

     vragen op de

     volgende dia's.

 

Wat is de titel van § 3.1

Wat ga ik volgens de blauwe intro-tekst leren in deze paragraaf?

Waarom wordt onze planeet ook wel de 'blauwe' planeet genoemd?

Het grootste deel van water op aarde is zee- of oceaanwater. Waarom is dit een nadeel?

Beweegt water op aarde wel of niet? Leg je antwoord uit.

Bekijk bron 5. Leg uit hoe de waterkringloop werkt. Begin links in de tekening bij de verdamping van zeewater.

Water kan zich in vloeibare vorm over de aarde bewegen binnen regen-gletsjer- en gemengde rivieren. Wat is het verschil tussen deze 3 rivieren?

Water is ook in vaste vorm te vinden in de beide poolgebieden. Wat is het verschil in de soorten ijs die we daar tegenkomen?

De rivierwaterstand van de Maas (regenrivier) in NL wisselt. Welk deel van het jaar staat het waterpeil vaak hoger? Kun je een reden hiervoor noemen?

De rivierwaterstand van de Rijn (gemengde rivier) in NL is vaak in het voorjaar hoger. Kun je hiervoor een reden bedenken?

Wat bedoelen we met het begrip 'regiem van een rivier'?

Op welke manieren kan een een gebied op een natuurlijke manier aan zoet water komen?

Wat bedoelen we met een positieve en negatieve waterbalans?

Wat bedoelen we met de nuttige neerslag in een gebied? Waar zal de nuttige neerslag het grootst zijn? In een warm of koud gebied?

Wat is het verschil tussen oppervlaktewater en grondwater?

Wat is het verschil tussen oppervlaktewater en grondwater?

Bekijk bron 5.
Stel: het bergmeertje wordt niet langer gevoed door smeltwater van de gletsjer. Behoort het meer dan tot de vernieuwbare voorraad water of niet-vernieuwbare voorraad water? Leg je antwoord uit!

Paragraaf 3.1 doorgenomen?

-> Ga naar methodewebsite.

-> Open paragraaf 3.1

-> Maak opdr. 6 (§ 3.1)

-> Tijd over? Maak opdr. 1 t/m 5

 

           Je bent nu klaar met de les 'paragraaf 3.1'