Logistiek herhaling 10-11

Logistiek
Herhaling

Meneer Temmink
1 / 36
next
Slide 1: Slide
EconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Logistiek
Herhaling

Meneer Temmink

Slide 1 - Slide

Vandaag
Herhaling van de afgelopen lessen
Blok 1, 2 en 3 en 5, 6 en 7

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Quiz van de voorgaande blokken 
  • Opdrachten maken

  • Let op dat er veel vragen zijn, je hebt dus na 1 verkeerd antwoord niet verloren! Ga door!!

Slide 3 - Slide

Moet je PA-23 bestellen?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Hoeveel moet je bijbestellen van
PA-24?
A
2
B
12
C
18
D
22

Slide 5 - Quiz

Wat is inventariseren?
A
Bestellen tot je de goede voorraad hebt
B
Tellen hoeveel artikelen er nog op voorraad ligt
C
Ander woord voor administratieve voorraad
D
Een nieuw systeem

Slide 6 - Quiz

Wat is derving?
A
Product dat uit de voorraad is verdwenen
B
Bestellen tot je de goede voorraad hebt
C
Een artikel dat heel erg stinkt
D
Elkaar veelal beïnvloeden

Slide 7 - Quiz

Wat is geen functie van een magazijn?
A
Ontvangst van goederen
B
Produceren van goederen
C
Opslag van goederen
D
Uitleveren van goederen

Slide 8 - Quiz

In een open magazijn
A
Kan iedereen pakken wat hij/zij wil
B
Kun je zo binnenlopen om de magazijnmedewerker te vragen welke spullen hij kan meegeven

Slide 9 - Quiz

Wat is een orderpicker?
A
Een dief
B
Een medewerker die spullen verzend klaar maakt
C
Iemand die nieuwe orders binnenhaalt
D
Een ander woord voor vrachtwagenchauffeur

Slide 10 - Quiz

Wat is een leveranciersbestand?
A
Een bestand met alle artikelen van al je leveranciers
B
Een omschrijving van alle artikelen
C
Een bestand met alle leveranciers
D
Een bestand met alle klanten

Slide 11 - Quiz

Wat is het eerste wat je zegt bij een inkomend zakelijk telefoontje?
A
Naam van het bedrijf
B
Naam van jezelf
C
Goedemorgen/ goedemiddag
D
Wat moej

Slide 12 - Quiz

Welke gegevens staan niet in het leveranciersbestand?
A
Crediteurennummer
B
Naam van contactpersoon leverancier
C
Adresgegevens
D
De concurrent van de leverancier

Slide 13 - Quiz

Wat is afzet?
A
Aantal verkochte producten in een bepaalde tijd
B
Aantal verkochte producten in een bepaalde tijd x de prijs van het product
C
Kosten om 1 product te versturen
D
Kosten om spullen in de voorraad te hebben

Slide 14 - Quiz

Per jaar worden er 20.000 artikelen verkocht. De gemiddelde voorraad is 4.000 stuks.
De omzetsnelheid is
A
4000/20.000 = 0,2
B
20.000 / 365 = 54,8
C
4000 / 365 = 10,95
D
20.000 / 4.000 = 5

Slide 15 - Quiz

Wat zijn geen voorraadkosten?
A
Ruimte
B
Rente
C
Rust
D
Risico

Slide 16 - Quiz

Welk vervoersdocument hebben we niet besproken?
A
Connossement
B
Luchtvrachtbrief
C
Treinvrachtbrief
D
Vrachtbrief

Slide 17 - Quiz

Wat is het verschil tussen een vrachtbrief en een pakbon?
A
Met een vrachtbrief controleer je de bestelling, een pakbon is voor transport
B
Een vrachtbrief is voor transport, met een pakbon controleer je de bestelling

Slide 18 - Quiz

Hiernaast is een ...
A
Palletwagen
B
Rolcontainer
C
Steekwagen
D
Magazijnwagen

Slide 19 - Quiz

Een sjabloon gebruik je niet voor
A
Facturen
B
Offertes
C
Order bevestigingen
D
Lay-out

Slide 20 - Quiz

Bij een zakelijke mail staat BCC voor
A
Blind copie
B
Aan diegene die ik hem mail
C
Copie
D
Afsluiting van mijn bericht

Slide 21 - Quiz

Dit is niet gepast van het sturen naar een onbekend persoon
A
Begin het bericht met Geachte,
B
Zorg voor een logische opbouw
C
Gebruik smileys en andere gepaste symbolen :P
D
Sluit af met je naam en functie

Slide 22 - Quiz

Waar worden vrachtkosten niet berekend
A
Afstand
B
Gewicht
C
Vervoermiddel
D
Administratiekosten

Slide 23 - Quiz

Een vrachtwagen uitladen noem je ook wel

Slide 24 - Open question

Wat betekent manco op een pakbon?
A
Te weinig
B
Te veel
C
Kapot
D
Aantal

Slide 25 - Quiz

Wat betekent FIFO?
A
Oudste artikelen als laatste versturen
B
Oudste artikelen als eerste versturen
C
Gevaarlijke artikelen versturen
D
Bevroren artikel versturen

Slide 26 - Quiz

Wat is het maximum gewicht wat een volwassen iemand mag tillen?
A
15kg
B
19kg
C
23 kg
D
25kg

Slide 27 - Quiz

Wat is een ander woord voor technische voorraad?
A
Administratieve voorraad
B
Beginvoorraad
C
Werkelijke voorraad
D
Economische voorraad

Slide 28 - Quiz

Omzetsnelheid =
A
365 / omzetduur
B
Afzet / gemiddelde voorraad in stuks
C
Technische voorraad / afzet
D
Omloopsnelheid / afzet

Slide 29 - Quiz

Een ander woord voor omzetsnelheid is
A
Omzetduur
B
Economische voorraad
C
Omloopsnelheid
D
Afzet

Slide 30 - Quiz

Wat is Ijzeren voorraad
A
Gemiddelde voorraad
B
Maximale voorraad
C
Minimale voorraad
D
Technische voorraad

Slide 31 - Quiz

Wat staat er op een dervingslijst
A
Inventarisatielijst
B
Negatieve voorraadverschillen
C
Positieve voorraadverschillen
D
Werkelijke voorraad

Slide 32 - Quiz

Waarvoor gebruik je noppenfolie
A
Het verpakken van breekbare artikelen
B
Het verpakken van houdbare artikelen
C
Het verpakken van alle artikelen
D
Het verpakken van zware artikelen

Slide 33 - Quiz

Wat is geen bestelkosten?
A
Vrachtkosten
B
Administratiekosten
C
Verzekeringskosten
D
Voorraadkosten

Slide 34 - Quiz

Afsluiting
  • Opdrachten maken Logistiek
  • Vragen?

  • Toets op 20-11 Administratie
  • Toets op 24-11 Logistiek

Slide 35 - Slide

  • Na deze toets even 5 minuten de benen strekken!

Slide 36 - Slide