De persoonsvorm is op drie manieren te vinden:
1. De zin vragend te maken. De persoonsvorm staat vooraan de zin.
Zijn nieuwe scooter wordt morgen geleverd.
Wordt zijn nieuwe scooter morgen geleverd?
2. Verander de zin van tijd. De persoonsvorm verandert mee.
Rick gaat (morgen) met zijn vriendin naar een concert.
Rick ging (gisteren) met zijn vriendin naar een concert.
3. De getalsproef. Een zin kan in enkelvoud of in meervoud staan. Als de persoonsvorm van getal verandert dan verandert de zin mee.
De reisleider vertelde veel over het land
De reisleiders vertelden veel over het land.