4 basis woorden over taal blok 5 opdracht 1,2,3

4 basis woorden over taal blok 5 opdracht 1,2
Wat is de goede betekenis?
Lees de zinnen waar het woord in staat.

Lesdoel;
Jullie kennen de betekenis van de woorden.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

4 basis woorden over taal blok 5 opdracht 1,2
Wat is de goede betekenis?
Lees de zinnen waar het woord in staat.

Lesdoel;
Jullie kennen de betekenis van de woorden.

Slide 1 - Slide

Wat betekent benadrukken?
Ik wil benadrukken dat dit belangrijk is.
A
duidelijk uitleggen
B
onbelangrijk laten lijken
C
extra onder de aandacht brengen
D
extra hard op drukken

Slide 2 - Quiz

Wat betekent overeenkomst?
Er is een overeenkomst tussen jou en mij. We zijn allebei evenlang.
A
het verschil
B
iets wat hetzelfde is
C
een ruzie
D
een afspraak

Slide 3 - Quiz

Wat betekent toelichting?
Ik geef een toelichting op de opdracht.
A
extra uitleg
B
een opsomming
C
het antwoord
D
een andere mening

Slide 4 - Quiz

Wat betekent functie?
Wat is de belangrijkste functie van deze tekst?
A
de conclusie
B
waar het voor dient
C
het voordeel
D
de inleiding

Slide 5 - Quiz

Wat betekent maximaal?
Gebruik maximaal 100 woorden.
A
precies evenveel
B
minder dan
C
niet meer dan
D
minimaal

Slide 6 - Quiz

Wat betekent beweringen?
De beweringen over carnaval kloppen niet.
A
uitspraken
B
feiten
C
nieuwsberichten
D
grappen

Slide 7 - Quiz

Wat betekent verklaring?
Ik heb geen verklaring voor de goede resultaten.
A
conclusie
B
uitspraak
C
uitleg
D
samenhang

Slide 8 - Quiz

Wat betekent verband?
Wat is het verband tussen alinea 1 en 2?
A
een pleister
B
samenhang
C
een opsomming
D
effect

Slide 9 - Quiz

Wat betekent effect?
De extra lessen hebben een positief effect.
A
eindoordeel
B
uitleg
C
conclusie
D
gevolg

Slide 10 - Quiz

Wat betekent conclusie?
In het slot staat de conclusie van de schrijver.
A
eindoordeel
B
gevolg
C
afspraak
D
advies

Slide 11 - Quiz

Wat betekent voornaamste?
De voornaamste reden voor de reis is het leren van de taal.
A
het effect
B
onbelangrijk
C
compleet
D
belangrijkste

Slide 12 - Quiz

Wat betekent volledig?
Ik wil een volledig antwoord.
A
eindoordeel
B
compleet
C
nuttig
D
groot

Slide 13 - Quiz

Wat betekent kopje?
Bedenk zelf een kopje voor deze alinea.
A
een hoofd
B
een inleiding
C
een slot
D
een titel/tussentitel

Slide 14 - Quiz

Ik ken de betekenis van de woorden .
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll