Neem daarin op:
- De betekenis - Voorbeeldzin of voorbeeldzinnen
- Situaties waarin het woord voorkomt (de context) - Synoniemen: woorden die hetzelfde betekenen - Een foto of een afbeelding
- Tegenovergestelde woorden
- Associaties: woorden waaraan je moet denken bij het woord
Niet alle onderdelen kun je voor elk woord gebruiken.