What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
M3 - Grammatica
Welkom
Welkom
1 / 38
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
38 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
4 videos
.
Lesson duration is:
59 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom
Welkom
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Aan de slag met grammatica
Slide 2 - Slide
Grammatica
Herhaling
Aan de slag
Slide 3 - Slide
Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden?
Noem twee manieren.
Slide 4 - Open question
Let op!
Als een zin begint met een vraagwoord dan is dat woord
GEEN
persoonsvorm!
Tip
Gebruik
ALTIJD
de tijdproef!
- Waarom
ga
je naar de dokter?
- Hoe laat
gaat
de trein?
- Waarom
heb
jij je winterjas al aan?
Slide 5 - Slide
Wat is de persoonsvorm?
Saar vertelde ons enthousiast over de vakantie naar Zeeland.
Slide 6 - Open question
Wat is de persoonsvorm?
Dit jaar zullen de vertraagde treinen weer volgens de gangbare dienstregeling rijden
A
gangbare
B
vertraagde
C
zullen
D
rijden
Slide 7 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
Waarom maak je jouw huiswerk niet tijdens de les?
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Video
Door een val van de trap heeft Anke haar voet bezeerd.
Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 10 - Quiz
Door een val van de trap heeft Anke haar voet bezeerd.
Anke | heeft | door een val van de trap haar voet bezeerd.
Door een val van de trap | heeft | Anke haar voet bezeerd.
Haar voet | heeft | Anke door een val van de trap bezeerd.
Anke | heeft | door een val van de trap | haar voet | bezeerd.
5
Slide 11 - Slide
Vorige week heeft Marieke aan haar moeder een mooi cadeau gegeven.
Verdeel de zin in zinsdelen door op de juiste plekken een zinsdeelstreep te slepen.
Slide 12 - Drag question
Wat is het WG in de zin?
De jongens hebben hun strafwerk tijdens het laatste uur moeten maken.
A
moeten maken
B
hebben maken
C
hebben moeten maken
D
hebben moeten
Slide 13 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde (wg) in de zin?
Tijdens de online les viel de verbinding steeds weg.
A
Tijdens de online les
B
viel
C
viel weg
D
viel tijdens de online les weg
Slide 14 - Quiz
Werkwoordelijk gezegde (WG)
De persoonsvorm + de overige werkwoorden
Bij scheidbare werkwoorden hoort het scheidbare deel er ook bij.
Ik keek mijn antwoorden na.
WG = kijk
NA
->
NA
kijken
Slide 15 - Slide
Welke vraag moet je stellen om het onderwerp in de zin te vinden?
Slide 16 - Open question
Wat is het onderwerp?
Johan en Aniek hebben gisteren een nieuwe auto gekocht in de stad.
A
Johan
B
Johan en Aniek
C
een nieuwe auto
D
in de stad
Slide 17 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin?
Ga weg!
Slide 18 - Open question
Gebiedende wijs
In de gebiedende wijs staat NOOIT een onderwerp!
- Kom hier!
- Ga weg!
- Loop naar de maan!
Slide 19 - Slide
Hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin?
Slide 20 - Open question
Wat is het lijdend voorwerp?
Lisa heeft met haar moeder een nieuwe broek gekocht in de stad.
A
Lisa
B
haar moeder
C
met haar moeder
D
een nieuwe broek
Slide 21 - Quiz
4
Slide 22 - Video
Meewerkend voorwerp
Stel de vraag:
AAN / VOOR wie + lv + o + wg
De jongen heeft een prachtige roos voor zijn vriendin gekocht.
pv
ww dat verandert van tijd
heeft
wg
PV + rest van de ww
heeft gekocht
o
wie / wat + wg
De jongen
lv
wat / wie + wg + o
een prachtige roos
mv
aan / voor wie + wg + o + lv
voor zijn vriendin
LET OP
AAN / VOOR
kun je
weg
laten
of
toevoegen
Slide 23 - Slide
Wat is het mv in deze zin?
Johan heeft zijn moeder een leuk boek gegeven voor haar verjaardag.
A
Johan
B
zijn moeder
C
een leuk boek
D
voor haar verjaardag
Slide 24 - Quiz
Welk antwoord is juist?
Aan mijn beste vriend heb ik een cadeaubon gegeven.
A
mijn beste vriend = mv
B
een cadeaubon = lv
C
aan mij beste vriend = lv
D
ik = lv
Slide 25 - Quiz
Aan mijn beste vriend heb ik vorige week een
cadeaubon gegeven.
pv = heb
wg = heb gegeven
o = ik
lv = een cadeaubon
mv = aan mijn beste vriend
vorige week
Bijwoordelijke bepaling
Waar, wanneer, hoe, waarmee...enz.
Alles wat je overhoudt na het ontleden van de hele zin!
Er kunnen meerdere bwb's in een zin staan.
Slide 26 - Slide
Zinsdelen benoemen
Persoonsvorm
(verander de tijd )
Onderwerp
(wie + pv? of wat + pv?)
Werkwoordelijk gezegde
(alle werkwoorden in de zin)
Lijdend voorwerp
(wie + alle benoemde zinsdelen? of wat + alle benoemde zinsdelen?)
Meewerkend voorwerp
(aan wie + alle benoemde zinsdelen? of voor wie + alle benoemde zinsdelen?)
Bijwoordelijke bepaling
(restwoorden) tijd, plaats, middel, reden, wijze
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
Hangjongeren
hebben
de burgemeester
veel problemen
bezorgd
afgelopen zomer.
Slide 29 - Drag question
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De buurman
wilde
gisteren
het vogelhuisje
in de boom
hangen.
Slide 30 - Drag question
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De oude vrouw
gaf
natuurlijk
een fooi
aan de vriendelijke ober.
Slide 31 - Drag question
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
Zin:
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
lijdend
voorwerp
meewerkend
voorwerp
bijwoordelijke
bepaling
Ze
heeft
dit jaar
een mooi cadeau
voor haar vader
gemaakt.
Slide 32 - Drag question
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
Zin:
onderwerp
werkwoordelijk
gezegde
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
Ze
feliciteerde
hem
met zijn verjaardag.
Slide 33 - Drag question
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De auto van mijn vader
is
afgelopen zomer
helaas
niet
goedkeurd.
Slide 34 - Drag question
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
Morgen
gaat
het kleine meisje
bij haar oma
logeren.
Slide 35 - Drag question
Vind je het nog lastig?
Studiewijzer Nederlands
Kijk naar de uitlegvideo
Oefen met grammatica
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Video
Reader
Maak de opdrachten in de reader en leer de theorie!
Slide 38 - Slide
More lessons like this
de bijwoordelijke bepaling
May 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Brugklas grammatica zinsdelen
May 2020
- Lesson with
15 slides
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
SCC M4 L4 zinsleer bwb
October 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhaling ontleden - tm Bwb 1V - deel 2
November 2021
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
Oefeningen woordsoorten + zinsleer
1 month ago
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhaling zinsdelen
October 2019
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
Grammatica BWB TA1 les 1
September 2021
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
zinsdelen Flex
March 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2