10.6: De oren

Hoofdstuk 10: Zintuigen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 10: Zintuigen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

Herhalen
Uitleg bs 10.6 (oor)
Aan het (huis)werk

Slide 2 - Slide

wenkbrauw
traanklier
traanbuis
pupil
wimper
iris
ooglid
harde oogvlies

Slide 3 - Drag question

Koppel de namen van de onderdelen van het oog aan de juiste functie.
Zorgt voor een scherp beeld op het netvlies.
Brengt de impuls naar de hersenen.
Bevat zintuigcellen. Zet de prikkel om tot een impuls.
Doorzichtige beschermlaag aan de voorkant van het oog.
Witte beschermlaag van het oog.
Lichtzintuigcellen waarmee je kleur ziet.
Lichtzintuigcellen waarmee je contrast ziet.
Plek op het netvlies waar geen zintuigcellen liggen.
Plek op het netvlies waar de meeste kegeltjes liggen.
oogzenuw
harde oogvlies
gele vlek
netvlies
lens
hoornvlies
kegeltjes
staafjes 
blinde vlek

Slide 4 - Drag question

Het boller of platter maken van de lens noemen we accomoderen. Als de lens plat is, dan.....
A
zien we van dichtbij scherp
B
zien we van veraf scherp
C
Dan is er veel lichtinval
D
Dan is er weinig lichtinval

Slide 5 - Quiz


Marieke kijkt naar een kaars in de verte, welke "vorm" hebben haar lensbandjes en haar lens?
A
lensbandjes: strak lens: bol
B
lensbandjes: strak lens: plat
C
lensbandjes: slap lens: plat
D
lensbandjes: slap lens: bol

Slide 6 - Quiz

Kringspieren rondom lens:
Openingen in kringspieren:
Lensbandjes zijn:
De lenzen zijn:
De ogen zijn:
Zien veraf
Zien dichtbij
ontspannen
samengetrokken
Groot
Klein
minder strak gespannen
Strak gespannen
plat
boller
in ruststoestand
geaccommodeerd

Slide 7 - Drag question

Zet de juiste kenmerken bij de juiste zintuigcel.
Staafjes
Kegeltjes
Om de gele vlek
In de gele vlek
Hoge drempelwaarde
Lage drempelwaarde
Scherp zicht, kleur
Contrast, grijstinten

Slide 8 - Drag question

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
12
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang
buis van eustachius

Slide 9 - Drag question

Leerdoelen

-Je kunt de delen van het oor noemen met hun functies en kenmerken
-Je kunt aangeven waar het gehoorzintuig en evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate prikkels zijn

Tip: maak onder de les aantekeningen

Slide 10 - Slide

Geluid
= trillingen van de lucht. 


Slide 11 - Slide

Geluidssterkte
Het volume (sterkte) van een geluid wordt uitgedrukt in decibel. 

Je hoort geluiden maar tot een bepaalde toonhoogte.

Hoe ouder - Hoe minder goed hoge tonen horen.


Geluiden vanaf 80 dB kunnen leiden tot gehoorschade.
Geluiden vanaf 130 dB zorgen voor hevige oorpijn. 


Slide 12 - Slide

Buitenkant oor
Oorschelp vangt geluidstrillingen op (stevig door kraakbeen)
De geluiden komen dan in de gehoorgang terecht. Die ze naar het trommelvlies voert.
Oorsmeerkliertjes maken oorsmeer. Daardoor blijft het trommelvlies soepel


Oorsmeerkliertjes

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Binnenkant van het oor
1. Trommelvlies
Via de gehoorgang komen de geluiden bij het trommelvlies. Door het geluid gaat het trommelvlies trillen
2. Trommelholte (middenoor)
Achter de trommelvlies. hier bevinden zich de drie gehoorbeentjes. 
3. Gehoorbeentjes + Venster
Het trommelvlies geeft de trillingen door aan de gehoorbeentjes (hamer, stijgbeugel en aanbeeld). 

De stijgbeugel ligt tegen het venster aan. Het venster zit vast aan het slakkenhuis. De gehoorbeentjes geven de trillingen door aan het venster.

Slide 15 - Slide

Slakkenhuis
Slakkenhuis
= opgerolde
buis met drie
kanalen


In het slakkenhuis liggen zintuigcellen die de trillingen opvangen en omzet-ten naar impulsen. De impulsen gaan via de gehoorzenuw naar de hersenen. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

De buis van Eustachius 
De buis van Eustachius verbindt het oor (trommelholte) met de keelholte

Houdt de luchtdruk aan beide kanten van het oor gelijk.

Door te slikken of te gapen gaat de buis van Eustachius open. Er kan dan lucht door de buis. 



Slide 18 - Slide

Aan het (huis)werk

Mk bs 10.6: opdracht 1, 2, 3, 5, 8

https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Oor/oor.htm
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Oog/oog.htm















Slide 19 - Slide