Powercollege 9_Antwoorden nb

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Vraag 1

Ik begon toen ik 24 jaar was als zelfstandig ondernemer een eigen

bedrijf. Daarom heb ik gekozen voor de ondernemingsvorm …(1)…

(eenmanszaak / vennootschap onder firma). Door die keuze ben ik

…(2)… (niet meer / nog wel) aansprakelijk voor zakelijke schulden met

mijn privévermogen

• 1. Eenmanszaak
• 2. Nog wel

Vraag 2

Stel dat hij 50 bossen bloemen inkoopt voor € 150 (exclusief btw).

Bereken hoeveel bossen bloemen à € 4,95 (exclusief btw) hij dan minstens moet verkopen om op deze partij een positieve brutowinst te maken. Schrijf je berekening op. 

• 150 : 4,95 = 30,3 
• Je kunt geen 0,3 bossen verkopen dus je moet minimaal 31 bossen verkopen om brutowinst te maken
• Dus 31 is het goeie antwoord

Vraag 3

Bereken welk bedrag er bij de nummers ingevuld moet worden. Schrijf je berekeningen op. 

• Verkoopopbrengst incl. btw:                                              €13.250,00 (Gegeven)
• Omzetbelasting:                      (1) € 13.250 : 106× 6 = € 750,00,00
• Omzet exclusief 6% btw       (2) € 13.250 − € 750 = € 12.500,00 
• Inkoopwaarde:                                                                         €3.100,00 (Gegeven)
• Brutowinst:                                 (3)€ 12.500 − € 3.100 = €9.400,00
• Bedrijfskosten:                                                                         €3.200,00 (Gegeven) 
• Nettowinst:                                 (4) € 9.400 − € 3.200 = € 6.200,00

Vraag 4

Tot de taken van het UWV hoort …(1)… (arbeidsbemiddeling /

arbeidsparticipatie / arbeidswerving). Het UWV registreert …(2)… (studenten / werklozen / werknemers). 

• (1) Arbeidsmeiddeling 
• (2) Werklozen

Vraag 5 

Hoe heet de werkloosheid die ontstaat doordat de bestedingen van

mensen afnemen?

A conjuncturele werkloosheid

B frictiewerkloosheid

C geregistreerde werkloosheid

D structurele werkloosheid

E verborgen werkloosheid

• A. conjuncturele werkloosheid

Vraag 6

De kans om werk te vinden is klein als er een …(1)… (krappe / ruime) arbeidsmarkt is. Een deel van de beroepsbevolking biedt zich in die situatie niet meer aan op de arbeidsmarkt. Daardoor …(2)… (daalt / stijgt) de verborgen werkloosheid. 

• (1) ruime 
• (2) stijgt

Vraag 7

Ali en zijn vader zijn beiden eigenaar van het bedrijf. Aan het eind van het jaar verdelen ze de winst. Over deze winst betalen ze beiden inkomstenbelasting in box 1. Welke ondernemingsvorm heeft Ali & Co?

A besloten vennootschap (bv)

B naamloze vennootschap (nv)

C stichting

D vennootschap onder firma (vof)

• D. vennootschap onder firma (vof)

Vraag 8

Ali heeft de verwachtingen voor 2018 op papier gezet. Bereken de verwachte bedrijfskosten van Ali & Co voor 2018. Schrijf je berekening op

Nettowinst= omzet – inkoopwaarde – bedrijfskosten

Brutowinst= omzet – inkoopwaarde

• €2.700.000 - €1.700.000= €1.000.000
• €1.000.000 - €175.500= €824.500

Vraag 9

Ali rekent op een stijging van de loonkosten met 4%. Bereken de verwachte nettowinst van Ali & Co in 2018 na de verhoging van de loonkosten met 4%. Schrijf je berekening op.

Nettowinst= omzet – inkoopwaarde – bedrijfskosten.

• Loonkosten: 10 x €48.000= €480.000
  
• Stijging loonkosten: €480.000 : 100 x 4= €19.200,00
  
• Nettowinst na verhoging loonkosten
  
• €175.500 - €19.200= €156.300,00
  

Vraag 10

Ali: “In de bouwsector zullen de loonstijgingen er toe leiden dat alle bouwbedrijven de prijzen van verbouwingen moeten verhogen. Met als gevolg dat de afzet bij alle bouwbedrijven kan dalen.” Welke keuze kunnen consumenten maken waardoor de afzet van alle bouwbedrijven kan gaan dalen.

• Ze kunnen de verbouwing gaan uitstellen
  
• Of
  
• Ze kunnen de verbouwing zelf gaan doen
  

Vraag 11

De prijs van een verbouwing kan, ondanks een stijging van de loonkosten, gelijk blijven als de arbeidsproductiviteit gaat …(1)… (dalen / stijgen). Ali wil dit bereiken door …(2)… (meer / minder) kapitaalintensief te gaan produceren. Daardoor hoeven de …(3)… (afschrijvingen op machines / investeringen in kapitaal / loonkosten per eenheid product) niet te stijgen.

• (1) stijgen
  
• (2) meer
  
• (3) loonkosten per eenheid product