écrire: alles op een rij

auto-évaluation
Révise sérieusement! 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

auto-évaluation
Révise sérieusement! 

Slide 1 - Slide

Programma
  • grammatica A + C
  • schrijven: grammatica

Slide 2 - Slide

A: vragen stellen
  • vraagwoorden leren!
  • vraagwoord vooraan? est-ce que of inversie
  • vraagwoord achteraan? normale zin
  • Quel est/sera le salaire?

Slide 3 - Slide

vertaal: ik heb nog een aantal vragen voor u

Slide 4 - Open question

vertaal met een normale zin: Waar is het restaurant?

Slide 5 - Open question

vertaal met est-ce que: kunt u informatie opsturen?

Slide 6 - Open question

vertaal: wat zijn de werktijden (uren)?

Slide 7 - Open question

vertaal met inversie: heeft u een baantje?

Slide 8 - Open question

C woordvolgorde
Tijd
Onderwerp
Werkwoorden
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Plaats

Let op: tussenwoordjes, ontkenning

Slide 9 - Slide

Voeg toe aan de zin: à Paris, ne ... jamais. "J'ai été"

Slide 10 - Open question

Voeg toe aan de zin: demain, le
"Je vais voir"

Slide 11 - Open question

Voeg toe aan de zin: à ma mère, hier
"J'ai donné des fleurs"

Slide 12 - Open question

Schrijven: grammatica
  • bezittelijk voornaamwoord
  • lidwoorden
  • voorzetsels
  • werkwoorden

Slide 13 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
mon ma mes
ton ta tes
son sa ses
notre nos
votre vos
leur leurs

Slide 14 - Slide

mijn vrienden
uw hotel
mijn familie
onze tenten
mijn hobbies
onze werkervaring
ma famille
mon famille
votre hôtel
notre tentes
vous hôtel
mes hobbies
mes amis
mon hobbies
nos tentes
notre expérience de travail

Slide 15 - Drag question

Vertaal: mijn kwaliteiten

Slide 16 - Open question

vertaal: uw advertentie

Slide 17 - Open question

vertaal: mijn nationaliteit

Slide 18 - Open question

Lidwoorden
le - la - l' - les (de kaas, "alle kaas") --> le fromage
un - une (een kaas) --> un fromage
du - de la - de l' - des (kaas) --> du fromage
de - d' (geen/een kilo kaas) --> pas de / un kilo de fromage

Slide 19 - Slide

vertaal: een vraag

Slide 20 - Open question

vertaal: informatie (in de zin: kunt u informatie opsturen)

Slide 21 - Open question

vertaal: veel ervaring

Slide 22 - Open question

vertaal: ik spreek geen Duits

Slide 23 - Open question

Voorzetsels
  • op/over --> sur (de l'information sur)
  • in/naar --> plaats: à, land: en/au/aux
  • in gebouw: dans
  • samentrekkingen met lidwoorden

Slide 24 - Slide

in Nederland

Slide 25 - Open question

in Montpellier

Slide 26 - Open question

over het salaris

Slide 27 - Open question

vlakbij het centrum

Slide 28 - Open question

in het restaurant

Slide 29 - Open question

Werkwoorden
  • in elke zin
  • tellen zwaar mee
  • regelmatige en onregelmatige
  • persoon, tijd, achterin je woordenboek
  • denk na! Je bent geen indiaan
  • leer: avoir, être, faire, aller, pouvoir, vouloir, venir, prendre, voir

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Link