This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
hst 9.1 "oplossen en indampen van zouten"
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt een aantal eigenschappen van zouten benoemen.
Je kunt herkennen dat zouten met bepaalde ionen altijd goed oplosbaar zijn.
Je kunt in een oplosbaarheidstabel de mate van oplosbaarheid van een zout opzoeken.
Je kunt de reactievergelijking opstellen van het oplossen van een zout in water.
Je kunt de reactievergelijking opstellen van het indampen van een zoutoplossing.
Slide 2 - Slide
Wat moet je nog weten:
Zouten bestaan uit positieve en negatieve ionen.
De ladingen bij elkaar opgeteld: nul (ongeladen).
Zoek dus de verhouding tussen + en - ionen waardoor de totale lading nul wordt.
Deze verhouding zie je terug in de indexen.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Slide
Oplosbaarheidstabel (BINAS 35)
In de oplosbaarheidstabel zoek je op welke letter op het kruispunt staat.
s slecht oplosbaar
m matig oplosbaar
g goed oplosbaar
- bestaat niet of reageert met water
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Oplosvergelijkingen
Het oplossen van calciumnitraat
(s) --> Ca2+ (aq) + 2 NO3-(aq)
Schrijf in je schrift de oplosvergelijking van calciumchloride, CaCl2
Ca(NO3)2
Ca(NO3)2
Slide 9 - Slide
Noteer de oplosvergelijking van bariumhydroxide
Slide 10 - Open question
Kun je uitleggen hoe een reactieschema van oplossen van koperchloride genoteerd wordt?
Slide 11 - Mind map
Indampen
Tegenovergestelde van oplossen
Oplossing wordt verwarmd
Water verdampt (en gaat dus weg)
Zout blijft over
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Indampvergelijkingen
Omgekeerde van oplosvergelijkingen
2 NO3- (aq) + Ca2+ (aq) --> (s)
Schrijf in je schrift de indampvergelijking van een oplossing van calciumchloride
Ca(NO3)2
Slide 14 - Slide
Van een pot met een witte vaste stof is het etiket gescheurd. Het overgebleven stuk etiket zie je hiernaast. Om erachter te komen of de pot BaCl2 of BaCO3 bevat, meng je een beetje van de stof uit de pot met water. Er ontstaat een helder, kleurloos mengsel. Welke stof kan de witte vaste stof zijn?