LES 3 - OEFENEN MET WOORDEN

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/ laptop voor je

       Start je Chromebook/ laptop op

       Log in op www.lessonup.app 

       Stop je telefoon in je tas of in je jas

      

Inleiding

Inmiddels heb je al geleerd over de Vikingen en de Boekaniers, twee piratensoorten die vroeger hebben geleefd.

Vandaag gaan we het hebben over de Gouden eeuw voor piraten, die van 1650 tot 1722 duurde. 

Voordat we daarmee starten, maak je eerst een sleepvraag om te controleren of je de informatie uit de vorige lessen nog weet! 

Vikingen

Boekaniers

Drinken uit horens

Houden heel erg van vlees

Komen uit Noord-Europa

Woonden in Cuba

Werden ingehuurd om te vechten

Hebben schepen met draken

Leren schilden met zilveren knop

Ruzie met Spanjaarden

Leerdoelen

Aan het einde van de les ...

• kan ik vertellen wat de 'Gouden eeuw' is. 
• ken ik de betekenissen van de moeilijke woorden uit opdracht 3A. 

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Theorie

De piraten die we kennen uit films en boeken komen uit een andere tijd dan de Boekaniers en de Vikingen:namelijk uit de Gouden Eeuw van de piraterij die duurde van 1650 tot 1722. 

Tijdens deze periode was er veel handel tussen de werelddelen en dus waren er veel kostbare spullen aan boord. 

Voor piraten werd het steeds interessanter om te plunderen omdat de bezittingen aan boord veel meer waard waren. 

Theorie

Tijdens de gouden eeuw werd er door sommige landen een kaperbrief gemaakt die het legaal maakte om te kunnen  op zee. 

In ruil hiervoor waren de kapers verplicht om een deel van de buit af te staan aan de staat.

npo.nl

Aan de slag!

Werk in groepjes van 4 personen:

• Lees de woorden samen door.
• Verdeel de woorden (iedereen zoekt ongeveer 3 woorden op)
• Noteer de betekenis van de woorden. Let op: je mag de betekenis ook opzoeken! 
• Leg de betekenis van de woorden aan elkaar uit.

Let op: het woord 'bedreven' mag je overslaan!

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 

BEGRIPPEN UIT DEZE LES

gehandeld

plunderen

overvielen

centraal

bestuur 

gouden eeuw

staten

kaperbrieven

toestemming

buit

opgetreden

monopolie

Leerdoelen

Aan het einde van de les ...

• kan ik vertellen wat de 'Gouden eeuw' is. 
• ken ik de betekenissen van de moeilijke woorden uit opdracht 3A. 

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Exit-ticket

Kennen jullie de begrippen nu?

We checken het met 30 seconds! 

Eén leerling gaat met de rug naar het bord staan.

De andere leerlingen draaien een woord met de spinner.

Kun je het woord uitleggen ZONDER het woord te noemen? 

Steek dan je hand op. De docent kiest iemand uit.

Kan degene met de rug naar het bord het woord raden?

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit.