JCD1 les 2 online marketing

Online marketing les 2
1 / 29
next
Slide 1: Slide
MarketingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Online marketing les 2

Slide 1 - Slide

Mediawijsheid

Bij bedrijven en instelling o.a.:
  • Website
  • E-mailadres
  • Digitale nieuwsbrieven
  • Social media

Slide 2 - Slide

Offline naar online…
Afnemers gebruiken internet:

  • Om zich te oriënteren op aanbod
  • Om producten te kopen

Slide 3 - Slide

Cijfers 2022

Slide 4 - Slide

online aankopen

Slide 5 - Slide

Devices

Slide 6 - Slide

producten v.s diensten

Slide 7 - Slide

We-commerce 
= concepten binnen e-commerce die erop gericht zijn om van online winkelen een sociaal proces te maken.

sociaal shoppen:
  • publiceren van gebruikerservaringen
  • Delen en liken van social media berichten
  •  Influencer marketing

 

Slide 8 - Slide

F- commerce 

 = handel via Facebook

 
Het aanbieden van exclusieve merkedities levert waardering op onder fans en vergroot de merkbetrokkenheid.

Slide 9 - Slide

E-commerce 
 Elke vorm van commerciële transactie die wordt afgesloten, via internet via een elektronisch systeem

Slide 10 - Slide

M - Commerce 

 Mobile commerce = gaat over alle commerciële activiteit op een mobiel apparaat. (mobiele telefoon en tablet)

Voorbeelden van M-Commerce:
  • Mobiel bankieren
  • Contactloze betalingen
  • Elektronische kaartverkoop
  • Mobiele geldoverdrachten
  • Mobiele marketing

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

E-commerce  

  • Langzaam beslissen 
  • Vaak multitasken     
  • Muis/Touchpad 
  • Trigger meestal online
  • Snel internet
  • Makkelijk typen       
     

 M-commerce

  •  Snel beslissen
  •   1 taak en ook 1 kans
  • Touch, swipe, tap
  • Trigger meestal offline
  • Variabel internet
  •  Moeilijker typen

Slide 13 - Slide

Belangrijk bij M-commerce:

App met optimaal gebruiksgemak, goede weergave en goede en veilige online betaalmethoden

Slide 14 - Slide

E-procurement 
 = het ondersteunen van het inkoopproces met behulp van internettechnologie. (Online inkopen)
Doelstellingen
  • Kosten controleren
  • Processen en communicatie stroomlijnen (automatiseren)
  • Overzicht behouden over proces inkoopproces


Slide 15 - Slide

Omnichanneling
= de ondernemer benadert de klant via verschillende kanalen die naadloos op elkaar aansluiten. De klant staat centraal

Slide 16 - Slide

Internet heeft mogelijkheden voor de marketinginstrumenten (P’s) vergroot:

  • Product --> Customer service via internet (digitale handleidingen, veel gestelde vragen, bestelformulieren etc)

  • Prijs -->  via internet meer mogelijkheden om prijzen te vergelijken

  • Plaats -->  internet zorgt voor extra koopgemak, zoeken naar aanbieders is relatief eenvoudig. Soms zelfs direct leverbaar (bijv itunes)



Slide 17 - Slide

Internet heeft mogelijkheden voor de marketinginstrumenten (P’s) vergroot:

Personeel --> klanten zijn door internet beter op de hoogte van producten en prijzen. Daarnaast biedt het mogelijkheden om klanten te leren kennen

Presentatie --> veel verschillende online mogelijkheden: website, webshop en digitale nieuwsbrieven. Grote kans op cross-selling (bijverkoop) of upselling
Augmented reality = mogelijkheid om op het beeldscherm informatie toe te voegen aan de fysieke wereld


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Promotie in Online Marketing
Wetgeving

Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) = regels ter bescherming van privacy van burgers
= Voorschriften voor registratie en gebruik persoonsgegevens
  • Alleen na toestemming gegevens opnemen in bestand
  • Niet beschikbaar stellen aan anderen
  • Op verzoek klant gegevens verwijderen

Slide 23 - Slide

Belangrijkste regels ivm e-mails aan klanten

  • Alleen digitale mailing sturen aan klanten die hiervoor toestemming hebben gegeven

  • In de mail moet staan wie de afzender is

  • Een No-reply adres is verboden

  • Een afmeldmogelijkheid voor de mailing is verplicht

Slide 24 - Slide

Deze wet regelt wat er allemaal wel en niet mag met jouw persoonlijke data.
A
Wet oneerlijke handelspraktijken
B
Wet bescherming persoonsgegevens
C
Telecommunicatiewet
D
Wet op productaansprakelijkheid

Slide 25 - Quiz

Wat hoort onder andere
bij Mediawijsheid?
A
Goed kunnen omgaan met programma's en applicaties
B
Goed op de hoogte zijn van actuele dingen zoals het nieuws
C
De programmeertalen Python en HTML
D
Het herkennen van nepnieuws en verstandig omgaan met social media

Slide 26 - Quiz

Wat is de juiste benaming voor het online inkopen van artikelen?
A
E-procurement
B
F-commerce
C
M-commerce
D
We-commerce

Slide 27 - Quiz

Klanten doen aankopen via meerdere aankoopkanalen. Online & offline en verwachten een samenhang en beleving.
Hier is sprake van:
A
Omnichannelgedrag
B
Omnichanneling
C
Crosschaneling
D
Multichanneling gedrag

Slide 28 - Quiz

Jamal heeft gehoord van 'augmented reality'. Wat is dat precies?
A
Met Augmented Reality kun je filmen met je ogen.
B
Augmented Reality is een nieuw social media-kanaal waarmee je 3D-filmpjes kunt opnemen.
C
Augmented Reality is een techniek waarmee je computerbeelden kunt toevoegen aan de wereld om je heen.
D
Augmented Reality is een nieuw filter op Instagram.

Slide 29 - Quiz