Acti les 5 exploratief spel

Kan jij benoemen welke vijf verschillende spelvormen de ontwikkelingsgebieden bij kinderen kunnen stimuleren?
1 / 22
next
Slide 1: Open question
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Kan jij benoemen welke vijf verschillende spelvormen de ontwikkelingsgebieden bij kinderen kunnen stimuleren?

Slide 1 - Open question

This item has no instructions

Bewegingsspel

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Constructiespel

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Kijk naar de afbeelding op de vorige dia. Maak 1 objectieve observatie en één interpretatie.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

In een kwalitatieve observatie schrijf je al het gedrag op. Je wilt weten hoe dingen verlopen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Als je gaat observeren, is er altijd sprake van een probleem
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Bij een participerende observatie ben je zelf onderdeel van de situatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 9 - Video

Benoem wat je ziet (op papier!)

Noteer (kort) wat je gezien hebt

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Waarnemen doe je met al je zintuigen. Wat zijn de 5 zintuigen?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

timer
3:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

wat heb je gezien bij welk plaatje?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Antwoorden
Plaatje 1 : zijkant en oog is oor
paatje 2: Olifant ga maar eens 4 poten aanwijzen
Plaatje 3: Vrouw en heks
Plaatje 4: 2 gezichten en een vaas
Plaatje 5: Boom en 2 gezichten

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welke vorm van
observeren zie je in
de afbeelding hiernaast?
A
Niet-participerend
B
Participerend

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke vorm van observeren
zie je in de afbeelding
hiernaast?
A
Participerend
B
Niet-participerend

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Je krijgt een behoorlijk compleet beeld van wat er gebeurt
A
gestructureerd
B
ongestructureerd

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

je weet precies wat je gaat observeren
A
gestructureerd
B
ongestructureerd

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Je observeert systematisch en doelgericht
A
gestructureerd
B
ongestructureerd

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zat het ook alweer?  
Kijk naar dit plaatje en beantwoord de volgende vragen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Observatie of interpretatie: Jongetje heeft chocola gepikt
A
Interpretatie
B
Observatie

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Objectief of subjectief: zijn mondje en handen zitten vol met chocola
A
objectief
B
subjectief

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions