Als je verwijst naar een zelfstandig naamwoord dichtbij, gebruik je this of these.
Als je verwijst naar een zelfstandig naamwoord ver(der) weg, gebruik je that of those.
Hoe kun je erachter komen of iets dichtbij of ver(der) weg staat? Soms staan er in een zin signaalwoorden. Deze woorden kunnen je belangrijke informatie geven die je hierbij kunnen helpen. Kijk bijvoorbeeld naar de volgende signaalwoorden:
Dichtbij
- over here
- in my hand/bag/room
- close by
- next to
Ver(der) weg
- over there
- at the other side of
- at the end of
- behind