P1 - Les 4 - Temperatuur

P1 - Les 4 - Temperatuur
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

P1 - Les 4 - Temperatuur

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud les
- hoe houdt het lichaam temperatuur op peil?
- indicaties om temperatuur te meten
- EWS: Early Warning Score
- verschillende manieren van temperaturen
- te lage lichaamstemperatuur
- te hoge lichaamstemperatuur




Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lichaamstemperatuur stabiel houden
 Het lichaam produceert warmte door een proces van stofwisseling in met name de hersenen, de lever en de spieren.
Via bloedsomloop wordt warmte over lichaam verdeeld.  
Temperatuurregulatiecentrum in hersenen


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Noem eens redenen
om temperatuur te meten

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wijze van temperatuur opnemen
in het rectum (rectaal);

in de mond (oraal); (tel 0,3 graden erbij op) (3 minuten meten)
onder de oksel (axillair); (0,5 graden erbij)
in het oor (tympanisch);
via voorhoofd of slaap.



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Als in de zorg de temperatuur van een zorgvrager wordt gemeten, wordt de kerntemperatuur bedoeld
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Welke zorgvragers lopen risico
op ondertemperatuur?

Slide 9 - Mind map

  • baby's, 
  • mensen met diabetes mellitus,
  •  mensen met hartfalen en 
  • mensen met schildklierproblemen. 
Verder kunnen dakloze mensen ondertemperatuur oplopen, maar ook mensen met een bepaalde psychiatrische aandoening of met dementie, omdat zij bijvoorbeeld buiten rondzwerven en niet meer weten hoe zij thuis moeten komen. Er kan zelfs onderkoeling optreden als iemand bovendien nat, onvoldoende gekleed of dronken (alcoholist) is of bepaalde medicijnen gebruikt.

Alcohol verdooft het spier- en bindweefsel in je lichaam.
Welk proces helpt bij een baby van twee maanden om bij kou zijn temperatuur te verhogen?
A
Rillen
B
Trage ademhaling
C
Vaatvernauwing

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Je staat bij een bushalte te wachten. Het vriest en je bent je handschoenen vergeten. Je hebt blauwe vingers. Hoe komt dat? Kies twee antwoorden.
A
De bloedstroom in de vingercapillairen is vertraagd
B
In de vingers wordt meer O2 uit het bloed gehaald
C
In de vingers wordt minder O2 uit het bloed gehaald

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Waardoor vormen baby’s een risicogroep voor ondertemperatuur? Kies twee antwoorden.
A
Ze hebben relatief groot hoofd
B
Baby's kunnen niet rillen
C
Baby's voelen niet dat ze het koud hebben

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Kippenvel
De haren op de huid gaan overeind staan en houden meer lucht vast, wat isolerend werkt. Er is dan sprake van 'kippenvel' en soms rillen.

  • ondertemperatuur; < 36,5
  • onderkoelingsverschijnselen (hypothermie); < 35
  • bevriezingsverschijnselen.

Gevaarlijk: temperatuur lager dan 32 graden Celsius -> verminderde spieractiviteit, niet meer rillen.  
Temperatuur onder de 28 graden Celsius: kans op een ademstilstand en daardoor overlijden.


Slide 13 - Slide

Onder de 32 graden Celsius kan het hart geen goede spieractiviteit meer ontwikkelen; prikkels worden dan nog maar moeizaam doorgegeven. Als de lichaamstemperatuur onder de 28 graden Celsius zakt, wordt de situatie kritiek en dat kan uiteindelijk overlijden tot gevolg hebben.
Bevriezingen

  • eerstegraads bevriezing, waarbij roodheid en later een bleekgrijze huidverkleuring optreedt die gepaard gaat met een stekende pijn;
  • tweedegraads bevriezing, met blaarvorming die gepaard gaat met een stekende pijn;
  • derdegraads bevriezing, waarbij sprake is van een spierwitte huid die hard aanvoelt en waarbij de zorgvrager geen pijn ervaart; hierbij is het in het ergste geval mogelijk dat een heel lichaamsdeel afsterft.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat te doen bij onderkoeling
Gecontroleerd opwarmen:
  • warm drinken aanbieden, maar alleen als de zorgvrager bij bewustzijn is;
  • lichaamsdelen van de zorgvrager voorzichtig opwarmen met eigen lichaamswarmte (huid-op-huidcontact);
  • de zorgvrager een warm bad of douche aanbieden als dat fysiek nog mogelijk is;
  • de zorgvrager op een elektrisch opwarmmatras leggen en langzaam de temperatuur verhogen;
  • de zorgvrager in een isoleerdeken wikkelen als er geen opwarmmatras voorhanden is.




Slide 15 - Slide

voorkomen dat eerst de huid opwarmt en daarna pas het lichaam zelf. Als de huid opwarmt, trekt het bloed naar de huid toe en dus weg van de organen. Daardoor koelt het lichaam nog verder af.
Te hoge lichaamstemperatuur
  • verhoging; 37,5 en 38 graden Celsius
  • koorts; 38 graden Celsius of hoger
  • hyperthermie.

Klachten bij geleidelijke temperatuurverhoging: hoofdpijn, spierpijn, gebrek aan eetlust, lusteloosheid, moeheid en slaapproblemen.
Koortsstuip: Lichamelijke reactie op een sterke stijging van de lichaamstemperatuur waarbij verschijnselen kunnen optreden die lijken op een epileptische aanval. (6 maanden - 6 jaar)
Koude rilling: Periode in het koortsverloop waarin de zorgvrager het beurtelings koud en warm heeft.



Slide 16 - Slide

Zenuwuiteinden in de huid geven bij een verhoging van de temperatuur een seintje aan de hersenen. De hersenen sturen vervolgens een berichtje naar de drie miljoen zweetklieren in het lichaam om zweet af te gaan scheiden. Dit zweet verdampt op de warme huid, waardoor het lichaam weer afkoelt en de temperatuur daalt.

Door de hogere lichaamstemperatuur groeien bacteriën en virussen minder goed.
Welk proces bij koorts helpt het meest om extra warmte af te voeren?
A
Snelle ademhaling
B
Toename van transpiratie
C
Vaatvernauwing

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Bij een temperatuur van 37,6 graden Celsius is er sprake van koorts
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Hyperthermie is het medische woord voor koorts
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Hyperthermie
Sterk verhoogde lichaamstemperatuur:
Oververhitting, met verschijnselen als vermoeidheid, concentratieverlies, hoofdpijn, spierkrampen, duizeligheid en misselijkheid.

Hitte-uitputting, met verschijnselen als hevig zweten, bleke huid, kramp, snelle hartslag en flauwvallen.

Hitteberoerte, met verschijnselen als een hoge hartslag, misselijkheid, een hoogrode kleur op het gezicht, droge huid, stuiptrekkingen en bewustzijnsverlies. Er kunnen shockverschijnselen of toevallen ontstaan die lijken op epileptische aanvallen. Uiteindelijk kan een circulatiestilstand optreden.


Slide 20 - Slide

afgekoeld met een koeldeken, koelbad of koudwaterkompressen, terwijl ook een ventilator aanstaat. Als de zorgvrager bij kennis is, kun je oral rehydration salts (ORS) aanbieden. Dit is een poeder met zouten. Opgelost in water wordt het snel opgenomen door het lichaam. Wel moet je de zorgvrager kleine slokjes tegelijk geven en alert zijn op braken en verslikken.
Temperatuurregulatie

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Bij een lichaamstemperatuur rond de 38 °C verlopen de processen in de cellen het best.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Sommige mensen zeggen: ‘Je moet koorts eruit zweten. Dus een extra dekbed of deken op bed leggen.’
A
Dit is juist, zo kan je lichaamstemperatuur omlaag
B
Dit is onjuist, warmte kan niet weg dus lichaamstemperatuur stijgt juist

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Bij ouderen ontstaat relatief gemakkelijk ondertemperatuur. Een reden hiervan is: Ouderen hebben minder spierweefsel, daardoor kunnen ze minder warmte produceren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

welke stadia van koude rilling zijn er?
meerdere antwoorden zijn juist
A
koude stadium
B
koortsstuip
C
transpiratiestadium
D
warmte stadium

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Als een oudere persoon langdurig hoge koorts heeft, wat moet je doen?meerdere antwoorden zijn juist
A
in koele ruimte laten verblijven
B
ORS toedienen
C
observeren
D
ventilator aan zetten

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk
LearnBeat
Doorloop studieplanner week 40

Slide 27 - Slide

This item has no instructions