EO thema 6

E&O thema 6
Online VS Offline
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

E&O thema 6
Online VS Offline

Slide 1 - Slide

Het online verkopen van goederen en diensten
A
Webshop
B
E-commerce
C
Fysieke winkel
D
Keurmerk

Slide 2 - Quiz

Is een webwinkel een concurrent voor een fysieke winkel
A
Wel, omdat klanten door online winkelen snel, eenvoudig en voordelig hun aankopen kunnen verrichten.
B
Wel, omdat ze lagere prijzen hebben
C
Niet, omdat ze minder producten aanbieden
D
Niet, klanten in een fysieke winkel hun aankoop kunnen voelen en passen én direct in huis hebben.

Slide 3 - Quiz

wat is een voorbeeld van een productgroep
A
Computers
B
Kleren
C
Twix chocolade
D
Boeken

Slide 4 - Quiz

Hoe kan digitalisering jouw school beïnvloeden
A
Lesroosterapp
B
Lessen met pen en papier
C
Digitaal inschrijven ouderavond
D
Klassenboekje

Slide 5 - Quiz

Wat betekent digitalisering?

Slide 6 - Open question

Bij m-commerce worden online aankopen verricht met de smartphone
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

E-commerce betekent
A
Eigen handel
B
Elektronisch handelen
C
Elektrisch handelen
D
efficiënt handelen

Slide 8 - Quiz

Leg in eigen woorden uit wat met elektronisch handelen bedoeld wordt

Slide 9 - Open question

Welke vorm van e-commerce hoort bij booking.com
A
Business-to-Busines (B2B)
B
Conumer-to-consumer (C2C)
C
Business-to-consumer (B2C)

Slide 10 - Quiz

Welke vorm van e-commerce hoort bij Ebay
A
Business-to-Busines (B2B)
B
Conumer-to-consumer (C2C)
C
Business-to-consumer (B2C)

Slide 11 - Quiz

Welke vorm van e-commerce hoort bij Marktplaats
A
Business-to-Busines (B2B)
B
Conumer-to-consumer (C2C)
C
Business-to-consumer (B2C)

Slide 12 - Quiz

Welke vorm van e-commerce hoort bij AliExpress
A
Business-to-Busines (B2B)
B
Conumer-to-consumer (C2C)
C
Business-to-consumer (B2C)

Slide 13 - Quiz

Welke vorm van e-commerce hoort bij Shop.sligro
A
Business-to-Busines (B2B)
B
Conumer-to-consumer (C2C)
C
Business-to-consumer (B2C)

Slide 14 - Quiz

Welke vorm van e-commerce hoort bij Amazon.com
A
Business-to-Busines (B2B)
B
Conumer-to-consumer (C2C)
C
Business-to-consumer (B2C)

Slide 15 - Quiz

'Winkeleigenaren hebben het door de opkomst van webwinkels moeilijk'. Bedenk twee redenen hiervoor

Slide 16 - Open question

Noteer twee redenen waarom consumenten een product in een fysieke winkel uitzoeken en vervolgens op internet bestellen.

Slide 17 - Open question

voordeel van een webwinkel dat een ondernemer ervaart is
A
Bestelgemak
B
1. Lage kosten (geen A-locatie, geen personeel, geen bedrijfspand etc.).
C
Eenvoudig producten en prijzen met elkaar vergelijken.
D
Groot uitgebreid assortiment.

Slide 18 - Quiz

voordeel van een webwinkel dat een consument ervaart is
A
Snelle levertijd (soms 1 werkdag).
B
Geen fysiek contact met de verkoper.
C
Altijd beschikbaar: 24/7open en bereikbaar.
D
Retourneren niet altijd gemakkelijk.

Slide 19 - Quiz

Nadeel van een fysieke winkel dat een ondernemer ervaart is
A
Criminaliteit: diefstal, winkeloverval.
B
2. Door gebrek aan ruimte/te dure ruimte een kleiner assortiment.
C
Vaste openingstijden.
D
Het kan druk zijn in de stad/winkel.

Slide 20 - Quiz

voordeel van een fysieke winkel dat een consument ervaart is
A
Het product kan direct mee naar huis worden genomen.
B
Vaste openingstijden.
C
Hoge kosten (personeel, bedrijfspand, locatie).
D
Ruilen, retourneren of een klacht indienen gaat gemakkelijk.

Slide 21 - Quiz

1. Een bedrijf kan via social media snel een groot publiek bereiken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

2. Een slager of bakker kan op geen enkele manier digitaal ondernemen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

1. Social media verkleint de zichtbaarheid van een bedrijf.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

4. Facebook kan gebruikt worden voor e-commerce en is een voorbeeld van business-to-consumer (B2C).
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

5. LinkedIn kan gebruikt worden voor e-commerce en is een voorbeeld van business-to-business (B2B).
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Het vermelden van een keurmerk is voor een ondernemer niet gratis. De totale kosten kunnen het eerste jaar oplopen tot wel 1.365 euro. Waarom is een keurmerk toch aantrekkelijk voor een ondernemer?

Slide 27 - Open question