2V 6/4

Bonjour à tous!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare school

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Bonjour à tous!

Slide 1 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les

- heb ik mijn woordenschat uitgebreid
- kan ik het wederkerend werkwoord in de présent gebruiken.




Slide 2 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?

- Corriger Grammaire II 
- Parler + Écrire

Slide 3 - Slide

Les verbes pronominaux
Net als in het Nederlands heeft het Frans ook wederkerende werkwoorden 

                  Ik was me                                           Je me lave                  

Slide 4 - Slide

Het wederkerend werkwoord
je
me
lave
ik was me
tu
te
laves
jij wast je
il/elle
se
lave
hij/zij wast zich
nous
nous
lavons
wij wassen ons
vous
vous
lavez
jullie wassen jullie / u wast zich
ils/elles
se
lavent
zij wassen zich

Slide 5 - Slide

Se bruler --> Je me brule
Se sentir--> Je me sens
Se tromper --> Je me trompe
Se concentrer --> Il se concentre
Se presenter --> Nous nous presentons
s' amuser --> Je m' amuse

Slide 6 - Slide

Wederkerende werkwoorden ( passé composé)
-  passé composé bestaat altijd uit : een hulpwerkwoord + volt.dw
- hulpwerkwoord is altijd: être
 - Het wederkerend voornaamwoord wordt vóór het hulpwerkwoord geplaatst.

Je me suis réveillé(e) à 7h.30.

Slide 7 - Slide

Parler
• Tijd: jullie krijgen 5 minuten de tijd.
• Hulp: als er vragen zijn steek je je hand op.
• Uitkomst: We gaan het klassikaal bespreken.
• Eerder klaar?  Vous continuez avec l'exercice 24
• Wat: Faire l'exercice 20 à la page 30

Slide 8 - Slide

Écrire
• Tijd: jullie krijgen 2 minuten de tijd.
• Hulp: als er vragen zijn steek je je hand op.
• Uitkomst: We gaan het klassikaal bespreken.
• Eerder klaar?  Vous continuez avec l'exercice 25
• Wat: Faire l'exercice 24 à la page 33

Slide 9 - Slide

Écrire
• Tijd: jullie krijgen 5 minuten de tijd.
• Hulp: als er vragen zijn steek je je hand op.
• Uitkomst: We gaan het klassikaal bespreken.
• Eerder klaar?  Vous continuez avec l'exercice 26
• Wat: Faire l'exercice 25 à la page 33

Slide 10 - Slide

Écrire
• Tijd: jullie krijgen 5 minuten de tijd.
• Hulp: als er vragen zijn steek je je hand op.
• Uitkomst: We gaan het klassikaal bespreken.
• Eerder klaar?  Vous continuez avec l'exercice 28
• Wat: Faire l'exercice 26 à la page 34

Slide 11 - Slide

Écrire
• Tijd: jullie krijgen 5 minuten de tijd.
• Hulp: als er vragen zijn steek je je hand op.
• Uitkomst: We gaan het klassikaal bespreken.
• Eerder klaar?  Vous continuez avec l'exercice 29
• Wat: Faire l'exercice 28 à la page 35

Slide 12 - Slide

Écrire
• Tijd: jullie krijgen 5 minuten de tijd.
• Hulp: als er vragen zijn steek je je hand op.
• Uitkomst: We gaan het klassikaal bespreken.
• Eerder klaar?  Herhalen apprendre 1 t/m 5
• Wat: Faire l'exercice 29 à la page 36

Slide 13 - Slide