2. 2. Vertel elkaar over je favoriete film.
A begint.
Gebruik de volgende vragen:
Hoe heet de film?
Hoe begint de film?
Hoe gaat het einde van de film?
Welke acteurs spelen in de film?
Wat voor soort film is het? (actie, humor, romantisch ...)
B luistert goed.
Hij/zij schrijft belangrijke woorden op.
Dan vertelt hij/zij wat hij heeft gehoord.
Begin zo:
Dus je favoriete film heet ...