H7 Natuurrampen Azië - Par 3 Orkaangevaar in de FIlipijnen - les 1

H7.3 Orkaangevaar in de Filipijnen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H7.3 Orkaangevaar in de Filipijnen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven welke gevolgen een tropische orkaan heeft voor de hoeveelheid neerslag, de windkracht en de hoogte van de zee aan de kust.

2. Je kunt beschrijven welke schade een tropische orkaan kan veroorzaken.

3. Je kunt uitleggen hoe verschillen in luchtdruk ontstaan en hoe deze verschillen in luchtdruk zorgen voor wind.

Slide 2 - Slide

C.1 Orkanen
Orkanen
Tyfoon Haiyan op 7 november 2013.
= zeer zware storm die ontstaat boven een tropische zee.

Slide 3 - Slide

Gevolgen
overstromingen: rivieren kunnen de hoeveelheid water niet aan
aardverschuivingen / modderstromen: de bodem raakt verzadigd en gaat schuiven.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Waar komen de meeste orkanen voor?
Wat is het verschil tussen een orkaan, hurricane, cycloon en een tyfoon?
Wat is opvallend aan het pad van de orkanen?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Verklaring orkanen
Stap 1: wind
Atmosfeer = luchtlaag om de aarde

De luchtdruk is niet overal op aarde hetzelfde.
Lucht stroomt van hogedrukgebieden naar lagedrukgebieden.


Luchtdruk
= kracht waarmee die luchtlaag op het aardoppervlak drukt.
*meten we met een barometer
*gemeten in hectopascal (hPa)
L
warme lucht --> stijgt op --> aan het aardoppervlak ontstaat een lagedrukgebied (tekort aan lucht).
H
koude lucht --> daalt --> aan het aardoppervlak ontstaat een hogedrukgebied (overschot aan lucht).
Wind
= bewegende lucht
*hoe groter het verschil in luchtdruk tussen gebieden, hoe harder de wind waait.

Slide 9 - Slide

Wind waait door de draaiing van de aarde in een ronddraaiende spiraal:
- naar een lagedrukgebied toe
- van een hogedrukgebied af

Slide 10 - Slide

Orkaan
Vulkaan
Aardbeving
Tsunami
Richter
Eruptie
Veel neerslag
Havengolf

Slide 11 - Drag question

Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1.  Een orkaan kan zorgen voor een stormvloed.
2.  Een orkaan kan indirect zorgen voor aardverschuivingen.
3. Het woord orkaan wordt over de hele wereld gebruikt.
4. De windkracht van een orkaan neemt toe als deze boven land komt.
Beoordeel de stellingen. 
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist

1
2
3
4

Slide 12 - Drag question

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven welke gevolgen een tropische orkaan heeft voor de hoeveelheid neerslag, de windkracht en de hoogte van de zee aan de kust.

2. Je kunt beschrijven welke schade een tropische orkaan kan veroorzaken.

3. Je kunt uitleggen hoe verschillen in luchtdruk ontstaan en hoe deze verschillen in luchtdruk zorgen voor wind.

Slide 13 - Slide