Hoofdstuk 1 Meer dan lezen
• Par. 1 onbekende woorden: lees het groene blok blz. 10 door.
• Par. 2 het onderwerp: je weet wat het onderwerp is én hoe je het onderwerp kunt vinden (oriënterend lezen), zie het groene blok op blz. 16.
• Par. 3 de hoofdgedachte: je weet wat de hoofdgedachte is én hoe je die kunt vinden (precies lezen), zie het groene blok op blz. 21
• Par. 4: tekstdoelen en tekstsoorten: je weet wat een tekstdoel is én hoe je kunt bepalen wat de tekstsoort is, zie het groene blok op blz. 26
• Par. 5: alinea’s en kernzinnen: je weet wat een alinea is en hoe je die kunt herkennen. Je weet dat de belangrijkste zin in de alinea de kernzin is, zie het groene blok op blz. 32
• Par. 6: je kunt de inleiding, het middenstuk en het slot herkennen in een tekst, zie het groene blok op blz. 37
• Par. 7: je kunt een deelonderwerp herkennen, dit doe je door globaal te lezen. Zie het groene blok op blz. 42