2BB2 7 februari

WELKOM
3 Kader
Welkom 2BB2

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WELKOM
3 Kader
Welkom 2BB2

Slide 1 - Slide

Let op je plek in de klas

Slide 2 - Slide

 De les start over twee minuten !
- Mobiel in de bak
- Boek, laptop, pen en schrift op  
   tafel
- Tas van de tafel
-Zet je eigen naam in LessonUp
-Iedereen doet mee


timer
2:00

Slide 3 - Slide

Programma van de les

Programma:
  • Aanwezigheid
  • Gedicht van de dag
  • Taalverzorging
  • Inhalen toets Woordenschat
  • Toets Lezen aanstaande donderdag
Lesdoel:
Herkennen van lidwoorden en zelfstandige naamwoorden in een zin.
Boek Bladzijde 110 en 111
Voorbereiden op toets Lezen

Slide 4 - Slide

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 5 - Slide

Gedicht van de dag

Slide 6 - Slide

Doel
Je weet wat lidwoorden zijn.
Je weet wat zelfstandige naamwoorden zijn.
Je kunt ze allebei herkennen in een zin.



Slide 7 - Slide

Toets Lezen Donderdag
-Iedereen zit in de klas
-Heb je last van geluiden, dan leen je bij het zorglokaal een hoofdtelefoon
-Tijdens de toets is het stil


Slide 8 - Slide

Toets Lezen Donderdag
Hoofdstuk 3 en Hoofdstuk 4
Samenhang in Teksten bladzijde 88
Feiten, Meningen en Argumenten blafzijde 126

Slide 9 - Slide

Herhaling Lezen

Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen

- je weet wat een feit is

- je weet wat een mening is

- je weet wat een argument is


Slide 10 - Slide

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit (kun je controleren)
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 11 - Slide

een feit:

Slide 12 - Mind map

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
    (een mening is iets wat iemand vindt)
  3. Noem een argument

Slide 13 - Slide

een mening:

Slide 14 - Mind map

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument 
    (uitleg waarom iemand iets vindt)

Slide 15 - Slide

een argument:

Slide 16 - Mind map

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 17 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 18 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 19 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 20 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 21 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 22 - Quiz

Theorie 
Feiten: een feit kun je controleren.
  • Bij handbal is een veld rechthoekig, 40 m. lang en 20m. breed.
Meningen: een mening is iets wat iemand vindt.
herkennen/signaalwoorden: ik vind.... - volgens mij - zij denkt dat....
  • Ik vind handbal een zware sport.
Argumenten: uitleg waarom iemand iets vindt.
  • Ik vind handbal een vermoeiende sport (mening), want je moet veel rennen (argument, waarom je iets vindt).
    Signaalwoorden: omdat, want, namelijk.
Zie ook blz. 217 van je lesboek - Examen doen

Slide 23 - Slide

Tot ziens!

Slide 24 - Slide