voorbereiding mondeling

1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

> je kent de persoonlijk voornaamwoorden in het Frans
> je weet dat être een onregelmatig werkwoord is 
> je kunt jezelf voorstellen in het Frans

Slide 2 - Slide

> Répétez de persoonlijk  
   voornaamwoorden 
> Contrôlez de persoonlijk     
   voornaamwoorden
> Mondeling voorbereiden

Slide 3 - Slide

persoonlijk voornaamwoord

> hoe zat het ook alweer? schrijf op wat je nog weet (uit je hoofd niet spieken dus)

Slide 4 - Slide

persoonlijk voornaamwoord
Ik = je [sju]                   Wij = Nous [noe]
Jij = tu [tuu]                Jullie/ u= vous [voe]
Il = hij [iel]                     Zij (m)= ils [iel]
Zij = elle [el]                 Zij (v) = elles [el]
Men = on [on]
Wij = on [on]

Slide 5 - Slide

Wat betekenen de volgende pers vnw?
1. Jij                                  6. Jullie
2. hij                                  7. Zij (meerv)
3. Zij (enk)                      8. Wij
4. Ik                                   9. Men
5. U

Slide 6 - Slide

Wat betekenen de volgende pers vnw?
1. Jij = tu                       6. Jullie = vous
2. hij  = il                       7. Zij (meerv) = elles/ils
3. Zij (enk) = elle        8. Wij = nous
4. Ik = je                        9. Men = on
5. U = vous

Slide 7 - Slide

> Begroeting
> Ik heet (+ je naam)
> Ik ben 11/12/13 jaar
> Ik woon in ... (plaats en land)
> Ik ben Nederlands/Duits/Frans etc.
> ik ben aardig/ intelligent/ grappig/ mooi etc. 
> Ik houd van/ik ben dol op...
> een afsluiting.

Mondeling jaar 1


Slide 8 - Slide

3. maak groepjes van 2 of 3 leerlingen
> elk groepje krijgt 1 dobbelsteen
1. Hoe heet je?
2. Hoe oud ben jij?
3. Waar woon je?
4. Ben je Frans?
5. Hoe ben jij? 
6. Waar houd je van/waar ben je dol op?
Afhankelijk van het aantal ogen dat je gooit stel je de vraag aan alle groepsgenoten! Deze moeten ook allemaal antwoorden!

Mondeling oefenen
1. Maak flitskaartjes met de zinnen en speel het spel
2. Voer zonder vraagzinnen een presenatie voor elkaar uit

Slide 9 - Slide

> maak 2 kringen een binnenste en een buitenstekring 
> 1 min per ronde
> stel jezelf voor aan de ander
Speeddaten: 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide