What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde
Persoonsvorm
De persoonsvorm kun je op drie manieren vinden in een zin:
1. De zin vragend maken (vraagproef)
2. De tijd in de zin veranderen (tijdsproef)
3. Van enkelvoud meervoud maken (getalsproef)
De persoonsvorm is altijd een werkwoord!
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Persoonsvorm
De persoonsvorm kun je op drie manieren vinden in een zin:
1. De zin vragend maken (vraagproef)
2. De tijd in de zin veranderen (tijdsproef)
3. Van enkelvoud meervoud maken (getalsproef)
De persoonsvorm is altijd een werkwoord!
Slide 1 - Slide
De persoonsvorm (pv)
De persoonsvorm is
altijd
een werkwoord.
Elke zin heeft
minimaal
één
persoonsvorm.
Door de zin van tijd te veranderen kan je de persoonsvorm vinden. Het werkwoord dat is veranderd is de persoonsvorm.
Slide 2 - Slide
Wat is de persoonsvorm?
A
Een persoon
B
Geen werkwoord
C
Altijd een werkwoord!
D
Een voltooid deelwoord
Slide 3 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze
Slide 4 - Quiz
In elke zin zitten werkwoorden
Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm.
Een persoonsvorm is een werkwoord
Elke zin heeft een persoonsvorm
Slide 5 - Slide
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Elke vrijdagavond hang ik lekker op de bank
A
ik
B
hang
C
op de bank
D
elke vrijdagavond
Slide 6 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Sturen jullie ook altijd Kerstkaarten?
A
jullie
B
Kerstkaarten
C
Sturen
Slide 7 - Quiz
De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.
______
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm
Slide 8 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
De grizzlybeer kijkt naar mij.
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Video
Waaruit bestaat het werkwoordelijke gezegde van een zin?
A
Het onderwerp + alle werkwoorden
B
Alle werkwoorden
C
Alle werkwoorden + lijdend voorwerp
D
De persoonsvorm + het lijdend voorwerp
Slide 11 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de onderstaande zin:
Ik heb een hele reep chocolade gegeten.
A
Ik
B
heb
C
heb gegeten
D
gegeten
Slide 12 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Het werkwoordelijk gezegde
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan
Slide 13 - Drag question
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
werkwoordelijk gezegde
Piet
drinkt
een blikje cola
in de pauze
Slide 14 - Drag question
Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin:
De leerlingen werken nu al twee werken thuis aan school.
Slide 15 - Open question
Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin:
De pannenkoeken zijn helaas verbrand.
Slide 16 - Open question
Einde van deze les!
Als het goed is weet je nu wat de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde zijn.
Slide 17 - Slide
More lessons like this
Persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde
November 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Ma 12 dec Persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde
December 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde
November 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
2bk Persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde +n te
13 days ago
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
2bk Persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde +n te
September 2024
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
04-11-2024 Cursus 5 Grammatica § 2 zinsdelen
11 days ago
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
04-11-2024 Cursus 5 Grammatica § 2 zinsdelen
24 days ago
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Zinsdelen
February 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2