H2 Taalverzorging: woordvolgorde in samengestelde zinnen

Socialiseren/ welkom
 
- spullen klaarleggen; 
laptop (dicht), schrift, leesboek, lesboek (!)  en pen      

- mobiel uit +
 in de koffer
timer
5:00
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Socialiseren/ welkom
 
- spullen klaarleggen; 
laptop (dicht), schrift, leesboek, lesboek (!)  en pen      

- mobiel uit +
 in de koffer
timer
5:00

Slide 1 - Slide

H2 NN - Taalverzorging
Woordvolgorde in samengestelde zinnen 

Slide 2 - Slide

Lezen

timer
8:00
boek vergeten:
melden bij mij+
ga het nieuws lezen op: nos.nl

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Leerdoelen
- Je leert samengestelde zinnen herkennen.
Je leert voegwoorden herkennen. 
Je leert de persoonsvormen en de onderwerpen in samengestelde zinnen vinden. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

(huis)werk
- maken Hst.2 Taalverzorging 1. opdracht 1 t/m 3+7.
- oefen (extra) op de volgende dia's/ websites
Heb je een vraag= hand omhoog
Klaar?                    Keuze: - de brug Taalverzorging-  
-lekker lezen- ander vak- je bent aan het werk
Tekst
timer
25:00

Slide 7 - Slide

Extra oefenen met samengestelde zinnen
Gebruik dan de volgende websites.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

Hoe ging het werken voor jou?
A
Goed, ik kon me concentreren en werkte lekker door
B
Niet goed, ik had geen zin en heb mijn best niet gedaan
C
Niet goed, ik wilde wel maar had last van klasgenoten
D
Niet goed, ik begreep de opdrachten en leerstof niet

Slide 12 - Quiz

Hoe zou je nog meer kunnen leren?

Slide 13 - Open question

Heb je nog                      vragen?

Slide 14 - Slide

Evaluatie 
  1. wat ging er goed en wat minder?
  2. is het leerdoel helder?
  3.  weet je wat je moet doen?
  4. heb je vragen en of opmerkingen?




Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Enkelvoudige zinnen
Om samengestelde zinnen te begrijpen, moet je eerst weten wat enkelvoudige zinnen zijn. 

Slide 18 - Slide

Enkelvoudige zinnen






          Ik zwem in het zwembad.                                                   De fans juichen.

Slide 19 - Slide

enkelvoudige zinnen
Enkelvoudige zinnen zijn zinnen met één persoonsvorm (en één onderwerp).

Bijvoorbeeld:
Gisteren heb ik nasi gegeten bij de Chinees.
Daarvoor hebben we gezellig geschaatst op het IJsselmeer.

Slide 20 - Slide

Samengestelde zinnen
Samengestelde zinnen zijn zinnen met meerdere persoonsvormen en onderwerpen. 
Deze zinnen worden bijna altijd verbonden door een voegwoord

Dit is theorie voor de tweede klas, maar elke brugklasser maakt al samengestelde zinnen.

Slide 21 - Slide

Waarom maak je samengestelde zinnen?
  • Samengestelde zinnen maken een tekst beter en prettiger leesbaar. 
  • Samengestelde zinnen brengen samenhang in een tekst. 



Slide 22 - Slide

Hoe dan?
Dat kun je onder andere doen door enkelvoudige en samengestelde zinnen af te wisselen. 

Enkelvoudige zinnen hebben één persoonsvorm, samengestelde zinnen hebben meer dan één persoonsvorm. Enkelvoudige zinnen zijn daardoor vaak korter dan samengestelde zinnen.

Slide 23 - Slide

DUS
Enkelvoudige zin = 1 persoonsvorm en 1 onderwerp

Samengestelde zin = 2 persoonsvormen en 2 onderwerpen 
(of soms zelfs meerdere persoonsvormen en meerdere onderwerpen)


Slide 24 - Slide

Hoe maak je samengestelde zinnen?
Samengestelde zinnen worden samengevoegd via voegwoorden
Kijk maar eens naar het rijtje met voegwoorden en naar de voorbeeldzinnen. 

Slide 25 - Slide

diverse voegwoorden
en, maar, want, of, dus
terwijl, voordat, nadat, zodat, omdat, toen, als, wanneer, hoewel, echter, dat
(enzovoorts)

Slide 26 - Slide

Let op!
Bij voegwoorden en, maar, of, want, dus blijft de woordvolgorde hetzelfde.
Bij andere voegwoorden zoals: als, nadat, omdat, terwijl, en toen verandert de woordvolgorde.

Slide 27 - Slide

Van enkelvoudige naar 
samengestelde zinnen
Marloes neemt drinken mee. Levi zorgt voor de broodjes.
(in elke zin staat 1 PV en 1 OND)

Marloes neemt drinken mee en Levi zorgt voor de broodjes. 
(in de samengestelde zin staan 2 PV's en 2 OND's. Ze worden samengesteld via het voegwoord en). 

Slide 28 - Slide

Van enkelvoudige 
naar samengestelde zinnen
Ik ga naar de tandarts. Ik heb kiespijn.
(in elke zin staat 1 PV en 1 OND)
Ik ga naar de tandarts, want ik heb kiespijn.
(in de samengestelde zin staan 2 PV's en 2 OND's. Ze worden samengesteld via het voegwoord want). 

Slide 29 - Slide