2024_week 5_2mh_les1_lesen und LOGO

1 / 32
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 

  • Jacke aus
  • Laptop geschlossen auf dem Tisch
  • Buch/ Heft/ Stift auf dem Tisch
timer
3:00
  • Als de timer is gestopt maak je opdracht 5 op blz. 97

Slide 2 - Slide

An die Arbeit
Machen Leseaufgabe 5 auf Seite 97
1. Lees eerst de vragen 
2. Lees de tekst en ga gericht op zoek naar het antwoord.


Hoe? In stilte

Klaar? Aufgabe 4 auf Seite 120

timer
10:00

Slide 3 - Slide

übersetzen
  • der Abschluss
  • das Frühstück
  • die Kartoffeln
  • fahren
  • allein
  • kochen
  • wegwerfen
  • zwiebeln
  • der Kuchen
timer
10:00
  • erleben
  • mieten
  • sondern
  • einfach
  • der Bereich
  • aufräumen
  • hinter
  • zahlen
  • die Feuerwehr
  • der Notfall
Schrijf eerst de woorden op en zoek de vertaling!

Je hebt ze straks nodig!

Slide 4 - Slide

Was machen wir heute?
  • Leseaufgabe
  • Wörter übersetzen
  • Wörter kontrollieren mit lesson-up
  • LOGO

Slide 5 - Slide

Lernziel

  • Aan het einde van de les kan je 3 Duitse woorden opnoemen, doordat je woorden vertaald hebt.


Slide 6 - Slide

het noodgeval
A
das Nood
B
der Notfall
C
am Gefallen
D
das Nootgeval

Slide 7 - Quiz

das Frühstück
A
het leven
B
het ontbijt
C
de klok
D
het stukje

Slide 8 - Quiz

die Kartoffeln
A
de kaarten
B
de kartingbaan
C
de aardappelen
D
de toffe mensen

Slide 9 - Quiz

rijden
A
drieven
B
rieten
C
reiden
D
fahren

Slide 10 - Quiz

allein
A
alleen
B
allemaal
C
alles
D
lijn

Slide 11 - Quiz

koken
A
cooken
B
koken
C
gekocht
D
kochen

Slide 12 - Quiz

wegwerfen
A
werpen
B
verwerpen
C
weg gaan
D
weggooien

Slide 13 - Quiz

uien
A
zwiebeln
B
unionen
C
sondern
D
uienschen

Slide 14 - Quiz

der Kuchen
A
keuken
B
het kuchen
C
het gebak
D
kuiken

Slide 15 - Quiz

die Überasschung
A
de overkant
B
de verassing
C
de übertaxi
D
de schommel

Slide 16 - Quiz

der Schrank
A
de kast
B
de zieke
C
de rivier
D
de huur

Slide 17 - Quiz

beleven
A
believen
B
leben
C
beleiben
D
erleben

Slide 18 - Quiz

huren
A
houren
B
mieten
C
renten
D
huuren

Slide 19 - Quiz

sondern
A
omdat
B
tot
C
maar
D
vanaf

Slide 20 - Quiz

makkelijk
A
zahlen
B
einfach
C
fahren
D
schrank

Slide 21 - Quiz

der Bereich
A
het bereik
B
het bereiken
C
het bedrijf
D
het gebied

Slide 22 - Quiz

aufräumen
A
omhoog
B
opruimen
C
ruimte
D
het ruim

Slide 23 - Quiz

hinter
A
achter
B
voor
C
maar
D
tot

Slide 24 - Quiz

zahlen
A
het getal
B
betalen
C
zeggen
D
tellen

Slide 25 - Quiz

de brandweer
A
das Feuer
B
die Brandwetter
C
die Feuerwehr
D
der Brandwier

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

Nenn drei deutsche Wörter

Slide 29 - Slide

Hausaufgaben
Lernen: 
Leer de woordjes uit je schrift en oefen met leesteksten uit je boek



Slide 30 - Slide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 31 - Slide

Auf Wiedersehen!

Slide 32 - Slide