blaaskatheterisatie man




katheteriseren man
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson




katheteriseren man

Slide 1 - Slide

Geef aan hoe nummer 1 t/m 4 heten.

Slide 2 - Slide

De urineleider is de verbinding tussen
A
rectum en blaas
B
urineleider en urinebuis
C
nieren en blaas
D
blaas en urinebuis

Slide 3 - Quiz

Een andere naam voor de urinebuis
A
Ureter
B
Urethra

Slide 4 - Quiz

Bij hoeveel ml gaat er een prikkel via het ruggenmerg naar de hersenen
A
200
B
300
C
400
D
500

Slide 5 - Quiz

Urine bestaat voor een groot deel uit...
A
Zouten
B
Afvalstoffen
C
Water
D
Lichaamsvreemde stoffen

Slide 6 - Quiz

Katheteriseren is een.....
A
Risicovolle handeling
B
Verpleegtechnische handeling
C
Voorbehouden handeling
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 7 - Quiz

Een blaaskatheter die goed zit produceert op vaste tijden urine
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Een blaaskatheter voor eenmalig gebruik bevat hoeveel lumen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quiz

Katheteriseren van de man






S.B. 2020

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

indicaties
  • Urineretentie; zorgvrager is niet in staat blaas op natuurlijke wijze te ledigen 
  • Residu bepalen/afnemen urinekweek
  • Toedienen van blaasspoeling
  • Atone- of hypotone blaas/neurologische aandoening

De blaas kan niet samentrekken en kan zich dus ook niet ledigen. Meestal is een onderbroken zenuwvoorziening van de blaas de oorzaak. Doordat de blaas niet wordt geledigd, wordt ze uitgerekt en dus groter.

  • Onbehandelbare incontinentie/immobilisatie




Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

complicaties
Pijn bij inbrengen
Weerstand tijdens inbrengen door sluitspier blaas
Abnormale weerstand
Pijn tijdens opblazen ballon
Bloeding
Zorgvrager voelt zich niet goed, valt flauw door verlies urine

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide