H10 Kader Werktuigen H10.1 -10.4

H10 Werktuigen



Nog twee lessen (10.1 krachten en 10.2 hefbomen) 
en daarna STAGE en VAKANTIE

1 / 77
next
Slide 1: Slide
NatuurkundePraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 77 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

Items in this lesson

H10 Werktuigen



Nog twee lessen (10.1 krachten en 10.2 hefbomen) 
en daarna STAGE en VAKANTIE

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij al   over krachten

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Leerdoelen 10.1 Krachten
Effecten van krachten
kracht tekenen mbv o.a. krachtenschaal
Krachten benoemen in een bepaalde situatie
Rekenen met zwaartekracht

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt er ...
Overal om ons heen heb je te maken met KRACHT.
KRACHT (F) drukken we uit in NEWTON (N);  
Een kracht kun je WEL/NIET zien!!!

Effecten van krachten!
  • kracht kan de richting veranderen
  • kracht kan de snelheid veranderen
  • kracht kan de vorm veranderen: 
  • => Vorm veranderd => Elastisch of plastisch

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Krachtmeter
Hoeveel wijst de eerste krachtmeter aan?
  • 0,66 N
Hoeveel wijst de tweede krachtmeter aan?
  • 3,8 N
Hoeveel wijst de derde krachtmeter aan?
  • 6,8 N
Welke krachtmeter gebruikt de meest stugge spiraalveer?
  • C
 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Krachten tekenen
Kracht teken je als een vector (pijl)
Hiervoor heb je 3 regels:
  • aangrijppunt
  • lengte
  • richting


Krachtenschaal: bv     1 cm ≙ 5 N
  • lengte pijl van 1 cm komt overeen met 5 Newton

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Soorten krachten
  • Spierkracht
  • Windkracht
  • Wrijvingskracht
  • Veerkracht
  • Zwaartekracht
  • Spankracht
  • Magnetische kracht
  • Elektrische kracht

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zwaartekracht: Fz
Fz = m x g

Fz = Zwaartekracht (N)
m = massa (kg)
g = valversnelling (N/kg of m/s2) (binas!!)

LET OP!!! massa is GEEN gewicht

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Nettokracht: Fres

Nettokracht = Resultante kracht (wat er effectief overblijft)
De nettokracht is de "optelsom" van alle krachten!

In gelijke richting: 
  • => Optellen
In tegengestelde richting: 
  • => Van elkaar af halen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De Normaalkracht: Fn
De normaalkracht is de kracht die de zwaartekracht in evenwicht houdt.

  • Bij evenwicht: Normaalkracht = Zwaartekracht.
  • Normaalkracht is naar boven gericht
  • Normaalkracht begint waar het voorwerp                                           wordt tegengehouden

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Magnetische kracht




Twee polen:
  • Noordpool en zuidpool
  • trekken elkaar aan/af
Veldlijnen
  • geven richting van kracht
Elektrische kracht




Elektrische krachten:
  • Positieve en negatieve lading
  • Trekken elkaar aan/af

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting 10.1 Krachten
De drie effecten van kracht
  • snelheid, vorm en richting
Krachten tekenen: 3 regels
  • Aangrijpingspunt, richting en grootte Vector
Krachtenschaal: 1 cm ≙ 50 N
Formule zwaartekracht
  • Fz = m x g

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maak de opgaven H10.1(p. 80)
rekenen lastig, begin eerst bij opg: 11, 12 en 13 
Dan kan ik je nog helpen in de les.

volgende les:
H10.2 Hefbomen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Korte samenvatting H10.1
Instructie 10.2 Hefbomen
Zelfstandig werken 
Tijd over => Proef 2 p. 120

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting 10.1 Krachten
De drie effecten van kracht
  • snelheid, vorm en richting
Krachten tekenen: 3 regels
  • Aangrijpingspunt, richting en grootte Vector
Krachtenschaal: 1 cm ≙ 50 N
Formule zwaartekracht
  • Fz = m x g

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen H10.2 Hefbomen
  • Draaipunt en armen van hefboom herkennen
  • werktuigen en uitoefenen van kleine en grote kracht
  • Bepalen hoe grote/kleine kracht op werktuig werkt
  • Herkennen van hefbomen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

10.2 Nut van de hefboom
  • Door een hefboom kun je een grotere kracht uitoefenen op een voorwerp. 
  • Door de verhouding in de hefboom hoef je met een lange arm maar weinig kracht te zetten, om bij de korte arm heel veel kracht te krijgen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Werkarm  = 6 meter
Lastarm    = 1,5 meter
Wat is de werkkracht?
  • Werkkracht =  werkarm : Lastarm
  • Werkkracht = 6 : 1,5    = 4x
  • De werkkracht wordt dus 4x vergroot

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Krachten en werktuigen
  • Door de verhouding in de hefboom => lange arm kost weinig kracht en korte arm kost veel kracht 
  • Hefboomregel;  Werkarm N keer zo groot als lastarm <=>                                                 dan is de last keer zo groot als de werkkracht
                                          

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maak online test jezelf van 10.1 en 10.2

Maak opgaven die je niet goed hebt gemaakt bij test jezelf van H10.1 en H10.2

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Planning tot PTA
Deze week:
* Herhaling H10.1 (krachten) + 10.2 (Hefbomen)
 * Instructie H10.3 Katrollen en Takels (GT: H14.3)
Volgende week:
* Proef 3 Katrollen en takels
* Instructie H10.4 Druk (GT: H14.4)
* Extra opdrachten
Vrijdag 11 oktober
* Oefentoets H10 (GT: H10 + H14)
* PTA H10 (GT: H10 + H14)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

H10.1 Krachten; Wat gebeurt er ...
Overal om ons heen heb je te maken met KRACHT.
KRACHT (F van Force) drukken we uit in NEWTON (N);  
Een kracht kun je WEL/NIET zien!!!

Effecten van krachten!
  • kracht kan de richting veranderen
  • kracht kan de snelheid veranderen
  • kracht kan de vorm veranderen: 
  • => Vorm veranderd => Elastisch of plastisch

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Krachten tekenen
Kracht teken je als een vector (pijl)
Hiervoor heb je 3 regels:
  • aangrijppunt
  • lengte
  • richting


Krachtenschaal: bijvoorbeeld:   1 cm ≙ 5 N
  • 1 cm van de pijl, komt overeen met 5 Newton

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Zwaartekracht: Fz
Fz = m x g

Fz = Zwaartekracht (N)
m = massa (kg)
g = valversnelling (N/kg of m/s2) (binas!!)

LET OP!!! massa is GEEN gewicht

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Opdracht:




Een PlayStation weegt 4500 gram
Bereken de zwaartekracht op de PlayStation

Denk aan de juiste EENHEID!

                  Hoe pak je dat aan!

Gegevens:
  • m = 4500 g = 4,5 kg  ;  g = 10 N/kg
Gevraagd:
  • Fz = ... N
Formule:
  • Fz = m x g
Uitwerking:
  • Fz = 4,5 x 10 = 45 N
Antwoord:
  • Dus de zwaartekracht is 45 Newton

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Hoe lang is de pijl?
Je hebt een kracht van 900 N.
De gebruikte krachtenschaal is 1 cm ≙ 30 N.


1 cm
...
...
30 N
1 N
900 N

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

10.2 Nut van de hefboom
  • Door een hefboom kun je een grotere kracht uitoefenen op een voorwerp. 
  • Door de verhouding in de hefboom hoef je met een lange arm maar weinig kracht te zetten, om bij de korte arm heel veel kracht te krijgen.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

3

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Werkarm  = 6 meter
Lastarm    = 1,5 meter
Wat is de werkkracht?
  • Werkkracht =  werkarm : Lastarm
  • Werkkracht = 6 : 1,5    = 4x
  • De werkkracht wordt dus 4x vergroot

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Krachten en werktuigen
  • Door de verhouding in de hefboom => lange arm kost weinig kracht en korte arm kost veel kracht 
  • Hefboomregel;  Werkarm N keer zo groot als lastarm <=>                                                 dan is de last keer zo groot als de werkkracht

  • GT:  M1 = M2  =>  F1 x l1 = F2 x l2  (M = moment)
                                          

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Practicum Proef 2 
Een regel voor evenwicht

 Proef 2 p. 120

of thuis via PhET uitvoeren

https://phet.colorado.edu/sims/html/balancing-act/latest/balancing-act_nl.html

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Oefen met PhET
https://phet.colorado.edu/sims/html/balancing-act/latest/balancing-act_nl.html

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

En nu de theorie toepassen
Maak H10.1 en 10.2 verder af en controleer de opgaven

Klaar:
Maak "test jezelf" H10.1 en H10.2

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Opgave GT:
Wat is de massa van het pakketje?

Gegevens:
m1 = 20 kg ; l1 = 3 ; l2 = 6
Gevraagd:
m2 = ? kg
Formule: 
  •              M1 = M2
  •        F1 x l1 = F2 x l2
  • m1 x g x l1 = m2 x g x l2
Uitwerking:
  • 20 x 10 x 3 = m2 x 10 x 6
  • 600 = m2 x 60
  • m2 = 600 : 60 = 10 kg
Antwoord:
  •  De massa van pak D is 10 kg

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

H10.3 Katrollen en takels
Waarom een katrol?
  • maakt tillen makkelijker 

Verschil Katrol en Takel?
  • Een takel is een combinatie van                                           twee of meer katrollen 
  • => kracht wordt verdeeld

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt het verschil tussen vaste en losse katrollen beschrijven.
  • Je kunt uitleggen hoe de kracht bij een takel verminderd kan worden.
  • Je kunt voor een takel het verband uitleggen tussen het aantal touwen waaraan een voorwerp hangt, de grootte van de hijskracht en de grootte van de hijsafstand.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

De vaste katrol

Een vaste katrol zit VAST


Een vaste katrol draait de kracht om =>

  • Richting veranderd én de
  • grootte v/d kracht veranderd NIET


Slide 39 - Slide

This item has no instructions

De losse katrol
  • Einde touw zit vast!

  • Een losse katrol maakt ons sterker.

  • De last wordt verdeeld over het aantal touwen waaraan de katrol hangt.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Takel
Combinatie van twee of meer katrollen (vast en los)
Voordeel:
  • De last wordt verdeeld over de touwen 
Nadeel:
  • Wat je wint aan kracht verlies je aan afstand; Dus 1 meter omhoog => 2 meter touw inhalen

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Video

This item has no instructions

Uit hoeveel losse katrollen bestaat deze takel
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Je ziet maar de helft van een takel met 6 katrollen er lopen 12 kabels omhoog.
Stel de lastkracht is 1200kN.
Wat is de werkkracht?
A
100 kN
B
109 kN
C
200 kN
D
1200 kN

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Een takel verandert de richting van een kracht altijd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Samenvatting
  • Een takel is een combinatie van minstens 1 vaste en 1 losse katrol.  
  • Een vaste katrol is zo vastgemaakt dat hij niet meer op en neer kan bewegen. 
  • Een losse katrol beweegt op en neer, samen met het voorwerp dat wordt opgehesen. 

  • Als het voorwerp aan "n" stukken touw hangt, wordt de hijskracht "n" keer zo groot en de hijsafstand "n" keer zo klein

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

En nu de theorie toepassen

Maak opgaven H10.3
Maak "test jezelf" H10.3

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Herhaling H10.1-10.3
1. Krachten
2. Hefbomen
3. Katrollen en takels

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting 10.1 Krachten
De drie effecten van kracht
  • snelheid, vorm en richting
Krachten tekenen: 3 regels
  • Aangrijpingspunt, richting en grootte Vector
Krachtenschaal: 1 cm ≙ 50 N
Formule zwaartekracht
  • Fz = m x g

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Nettokracht: Fres

Nettokracht = Resultante kracht (wat er effectief overblijft)
De nettokracht is de "optelsom" van alle krachten!

In gelijke richting: 
  • => Optellen
In tegengestelde richting: 
  • => Van elkaar af halen

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

De Normaalkracht: Fn
De normaalkracht is de kracht die de zwaartekracht in evenwicht houdt.

  • Bij evenwicht: Normaalkracht = Zwaartekracht.
  • Normaalkracht is naar boven gericht
  • Normaalkracht begint waar het voorwerp                                           wordt tegengehouden

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Krachten en werktuigen
  • Door de verhouding in de hefboom => lange arm kost weinig kracht en korte arm kost veel kracht 
  • Hefboomregel;  Werkarm N keer zo groot als lastarm <=>                                                 dan is de last keer zo groot als de werkkracht
                                          

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

H10.3 katrol en takels
  • Een takel is een combinatie van minstens 1 vaste en 1 losse katrol.  
  • Een vaste katrol is zo vastgemaakt dat hij niet meer op en neer kan bewegen. 
  • Een losse katrol beweegt op en neer, samen met het voorwerp dat wordt opgehesen. 

  • Als het voorwerp aan "n" stukken touw hangt, wordt de hijskracht "n" keer zo groot en de hijsafstand "n" keer zo klein

Slide 54 - Slide

This item has no instructions

En nu aan de slag
Maak de opgaven van H10.1 - H10.3 af!

controleer de opgaven (uitwerking in teams)

(11 november PTA)

Slide 55 - Slide

This item has no instructions

Proef 3: Katrol en Takel
Lees de tekst goed door (p. 122)


Slide 56 - Slide

This item has no instructions

Slide 57 - Slide

This item has no instructions

Planning
 Korte samenvatting Katrol en takels
Instructie H10.4 Druk

Volgende week:
Maken en bespreken oefentoets
PTA H10 Werktuigen

Slide 58 - Slide

This item has no instructions

H10.3 katrol en takels
  • Wat is een verschil tussen een katrol en een takel?  
  • Wat is een verschil tussen losse en vaste katrol
  • Wat wordt de hijskracht, hijsafstand en hoeveel touw moet ik inhalen als het voorwerp aan "n" stukken touw hangt?

Slide 59 - Slide

This item has no instructions

H10.4
Druk

Slide 60 - Mind map

This item has no instructions

H10.4 Druk
  • De grootte van de kracht
  • Het oppervlakte waar de kracht op werkt.

Slide 61 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen Druk
1. Ik kan de druk op een ondergrond berekenen. 

2. Ik kan de eenheden van druk en het oppervlakte omrekenen. 

3. Ik kan beredeneren wat er gebeurt met de druk op een ondergrond.

Slide 62 - Slide

Bespreken opgaven hefbomen toevoegen
Voorbeelden van Druk in de natuurkunde

Slide 63 - Slide

This item has no instructions

Druk berekenen:
druk hangt af van kracht en oppervlakte 
kracht
Kracht (F) berekenen je met de volgende formule:

F = m x g 

F = kracht in Newton (N)
m = massa in kilogram (kg)
g = valversnelling in newton per kg (N/kg), deze is op aarde altijd 10 N/kg
eenheden
De druk kan je berekenen in verschillende eenheden.
1 Pa = 1 N/m2

Slide 64 - Slide

This item has no instructions

Slide 65 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1
Gegevens:
  • A (totaal) = 45 x 2 = 90 cm2  
  • m (totaal) = 175 + 90 = 265 kg
  • g = 10 N/kg
Gevraagd:
  • p = ? N/cm2
Formule:
  • p = F : A     ;   Fz = m x g
Uitwerking:
  • Fz = 265 x 10 = 2650 N
  • p = 2650 : 90 = 29,4 N/cm2
Antwoord: 
  • De druk op wegdek is 29,4 N/cm2

Slide 66 - Slide

This item has no instructions

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

Wat is de formule voor druk in woorden?
A
Druk = kracht/ oppervlakte
B
Druk = oppervlakte / kracht
C
Druk = kracht x oppervlakte
D
Druk = oppervlakte x kracht

Slide 69 - Quiz

This item has no instructions

Eric is 66 kg. De zolen van zijn schoenen hebben elk een oppervlak van 300 cm2. Hoe groot is de druk die Eric op de grond uitoefent als hij met beide schoenen op de grond staat? Schrijf de berekening op.

Slide 70 - Open question

This item has no instructions

Bij een vrachtwagen voor zwaar transport mag ieder wiel met maximaal 18 kN belast worden.
De vrachtwagen moet een groot betonnen onderdeel voor een brug vervoeren.
Het onderdeel heeft een massa van 50 ton (50 000 kg). Daarvoor gebruiken ze een vrachtwagencombinatie met een groot aantal assen. Aan iedere as zitten vier wielen.
Hoeveel assen moeten er ten minste aan deze vrachtwagencombinatie zitten?

Slide 71 - Open question

This item has no instructions

En nu de theorie toepassen
maak de opgaven van H10.4

Controleer de opgaven van H10.3

Slide 72 - Slide

This item has no instructions

Slide 73 - Video

This item has no instructions

Slide 74 - Video

This item has no instructions

Slide 75 - Video

This item has no instructions

Slide 76 - Video

This item has no instructions

Slide 77 - Video

This item has no instructions