Synoniem, samenstelling, uitdrukking 2SBC

Welkom
Voorbereiding SO woordenschat blok 1 t/m 6
Ga rustig zitten
Leg je iPad op de hoek van de tafel.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Voorbereiding SO woordenschat blok 1 t/m 6
Ga rustig zitten
Leg je iPad op de hoek van de tafel.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat leer je?
  • Je weet hoe je achter de betekenis van moeilijke woorden kunt komen.
  • Herhalen: het begrip synoniem
  • Herhalen: het begrip samenstelling
  • Herhaling: figuurlijke taal en je kan een voorbeeld geven

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij van synoniemen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Synoniem voor crimineel is
A
onaardig
B
misdadig
C
agressief
D
enthousiast

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Synoniem voor:
Afbeeldingen
A
computer
B
plaatje
C
tafel
D
bal

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ander woord voor bos
A
bomengroep
B
struikgewas
C
woud
D
palmboom

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een synoniem van dier?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wat is niet juist?
A
Een synoniem is een ander woord voor
B
Synoniemen betekenen ongeveer hetzelfde
C
Kapot is synoniem van stuk
D
Synoniemen zijn dezelfde woorden met een andere betekenis

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

 samenstellingen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
'parkeergarage'
 
Het woord is een samenstelling van 'parkeer' en 'garage'

parkeergarage is dus een garage om in te parkeren 




Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat denk je dat het woord 'belastinggeld' betekent?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wat denk je dat het woord 'fotografiecursus' betekent?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Samenstellingen
  • Een samenstelling is een woordcombinatie.
  • Knip de samenstelling in losse woorden. 
  • Vind de betekenis van deze woorden. 
  • Raad de betekenis van de woordcombinatie. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Een uitdrukking opzoeken

  • Wil je een spreekwoord of gezegde in een (spreek)woordenboek opzoeken? Kijk dan eerst wat het belangrijkste woord van de uitdrukking kan zijn.

  • Je zoekt dan dit belangrijkste woord, het trefwoord, in het (spreek)woordenboek op.

Slide 14 - Slide

Ook in spreekwoordenboeken staan de trefwoorden op alfabetische volgorde. 


Raden of opzoeken
  • Je kunt de betekenis van een uitdrukking proberen te raden. Dit kan met de zinnen en zinsdelen eromheen.

  • Als raden niet lukt, kun je een woordenboek of spreekwoordenboek gebruiken. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat is het belangrijkste woord van dit gezegde?
'Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken'
A
gegeven
B
paard
C
moet kijken
D
je

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het belangrijkste woord van dit gezegde?
'Zijn eigen boontjes doppen'
A
eigen
B
doppen
C
boontjes

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Een uitdrukking opzoeken

  • Wil je een spreekwoord of gezegde in een (spreek)woordenboek opzoeken? Kijk dan eerst wat het belangrijkste woord van de uitdrukking kan zijn.

  • Je zoekt dan dit belangrijkste woord, het trefwoord, in het (spreek)woordenboek op.

Slide 18 - Slide

Ook in spreekwoordenboeken staan de trefwoorden op alfabetische volgorde. 


'Ik vond het maar niks om weg te zijn van huis. Oost, west, thuis best.'
Wat betekent die tweede zin?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Momentje  nadenken

Slide 20 - Slide

Hoe gaat het nu?
Wat gaat goed, wat kan beter?
Welke vragen heb je nog? Die kun je bij de volgende dia invullen.
Aan het werk
Leren: woorden + betekenissen + theorie kopieerboekje.
Oefenen/ maken: LET OP!! Maak gebruik van OpNiveau 2BK!!!
- Alle zelftoetsen Over Taal, blok 1 t/m 5;
- Alle opdrachten van ‘bijspijkeren’ onderdeel Over Taal.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Je hebt nu geleerd over:

  • synoniem
  • samenstelling
  • de betekenis van een uitdrukking achterhalen


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Geef het onderwerp van deze tekst

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Wat is een deelonderwerp?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over politiek?
A
Gezelschapsspellen
B
Verkiezingen
C
Vakantiereizen
D
De woestijn

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?
A
De dierenwinkel
B
De geschiedenis van voetbal
C
Pauzes in de aula
D
Zakgeld

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

DOEL:

Informeren


De schrijver wil dat je iets te weten komt

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

DOEL:

Overtuigen


De schrijver wil zijn mening geven

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

DOEL:

Amuseren


De schrijver wil je vermaken

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

DOEL:

Uitleggen


De schrijver wil uitleggen hoe je iets moet doen

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Je hebt nu geleerd over:
  • tekstdoelen
  •  zoekend, verkennend en grondig lezen                                                                                               
  • onderwerp van een tekst
  • deelonderwerp

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

En nu aan de slag!
  • Maken Lezen blok 1 opdracht 5 en 6

  • Tip voor s.o. Over taal blok 1 en 2 maak digitale oefeningen       op It’s learning

Slide 32 - Slide

This item has no instructions