per kledingstuk,
bijv. sok bij sok, broek bij broek.......
C
niet, alle kleuren kunnen
bij elkaar
D
groot bij groot en klein bij klein
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Hoe kan je was sorteren?
A
op kleur
B
per kledingstuk,
bijv. sok bij sok, broek bij broek.......
C
niet, alle kleuren kunnen
bij elkaar
D
groot bij groot en klein bij klein
Slide 1 - Quiz
Wat is zelfredzaamheid?
zelfredzaamheid is....
A
Geen mensen om je heen willen hebben
B
Mensen nodig hebben bij dagelijkse dingen
C
Zelf achter je hulpbehoefte komen.
D
Je op eigen kracht zoveel mogelijk redden
Slide 2 - Quiz
Wat is ADL?
A
Algemeen Dagelijkse Lichaamsverzorging
B
Algemeen Dagelijkse levensverrichtingen
C
Activiteiten Dagelijks Leven
D
Algemeen Dagelijkse Leefactiviteiten
Slide 3 - Quiz
Wat staat er op het samenstellingsetiket?
A
hoe je de was moet wassen
B
waar het textiel van is gemaakt
C
de wasvoorschriften
D
wassymbolen
Slide 4 - Quiz
Wat betekent dit wassymbool?
A
Strijken lage temperatuur
B
Strijken medium temperatuur
C
Strijken hoge temperatuur
D
Strijken zeer hoge temperatuur
Slide 5 - Quiz
Wat betekend dit wassymbool?
A
Niet strijken
B
Niet wassen
C
Niet drogen
D
Professioneel reinigen
Slide 6 - Quiz
Een puber is bang om niet aardig gevonden te worden. Waar moet je rekening mee houden bij een spel
A
Voldoende uitdaging
B
Spannende spellen kiezen
C
Sociale veiligheid van de groep
D
Genoeg geestelijke uitdaging
Slide 7 - Quiz
Meneer Jansen was bang om te slapen omdat hij een paar keer uit bed is gevallen. Hij heeft blauwe plekken en kan lastig overeind komen. De thuiszorg heeft rekjes aan zijn bed bevestigd, zodat hij niet meer kan vallen. Welk soort veiligheid is dit?
A
Fysieke veiligheid
B
Huiselijke veiligheid
C
Mentale veiligheid
D
Sociale veiligheid
Slide 8 - Quiz
Hoe stimuleer je de zelfredzaamheid van ouderen?
A
Door de juiste hulpmiddelen aan te bieden.
B
Door ouderen te stimuleren tempo te maken.
C
Door eenvoudige taal te gebruiken.
D
Door ouderen weinig hulp aan te bieden.
Slide 9 - Quiz
Er is een methode ontwikkeld om actief te luisteren, deze heet LSD. Waar zou LSD voor staan?
A
Luisteren, stellig zijn en doorvragen
B
Luisteren, samenvatten en doorgaan.
C
Let op, stel vragen en doorvragen.
D
Luisteren, samenvatten en doorvragen.
Slide 10 - Quiz
Waar horen deze woorden bij: non-verbaal, verbaal, actief luisteren, LSD, open vragen, gesloten vragen
A
luisterverhaal
B
je oma helpen
C
communiceren
D
empathie
Slide 11 - Quiz
Uit welke onderdelen bestaat een draaiboek?
A
Voorbereiding - uitvoering - opruimen/evalueren
B
Voorbereiding - uitvoering
C
Uitvoering en opruimen/evaluatie
D
Voorbereiding - opruimen /evaluatie
Slide 12 - Quiz
Wat is een ambulant begeleider?
A
Begeleider die naar jongeren toe gaat.
B
Begeleider in de zorg
C
Begeleider in kamers onderhouden
Slide 13 - Quiz
24 uurs zorg
A
Je kunt dag en nacht hulp en opvang krijgen.
B
Je woont zelfstandig en krijgt begeleiding van een ambulant begeleider