Een nieuwe leider

H4,  Van oorlog naar oorlog
Paragraaf 4
Een nieuwe leider
TL 2
1 / 43
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4,  Van oorlog naar oorlog
Paragraaf 4
Een nieuwe leider
TL 2

Slide 1 - Slide

In welk tijdvak speelt dit hoofdstuk zich af?
Welke jaartallen horen hierbij? 

Slide 2 - Slide

HERHALING

Slide 3 - Slide

Welk land sloot in 1917 een wapenstilstand met Duitsland?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Rusland
D
Verenigde Staten

Slide 4 - Quiz

Van welk land viel Duitsland schepen aan, waardoor die ook de oorlog verklaarde aan DU?
A
Rusland
B
Verenigde Staten
C
Engeland
D
Frankrijk

Slide 5 - Quiz

Wat stond er NIET in het verdrag van Versailles?
A
Duitsland mag nog maar 1.000.000 soldaten hebben
B
Duitsland moet herstelbetalingen doen
C
Duitsland moet 20% van het land afstaan
D
Duitsland mocht geen oorlogsvloot meer hebben

Slide 6 - Quiz

1 Wat gebeurt er als geld bijgedrukt wordt?
A
De waarde van geld daalt
B
De waarde van geld stijgt

Slide 7 - Quiz

2 Wat gebeurt er als geld bijgedrukt wordt?
A
Prijzen dalen
B
Prijzen stijgen

Slide 8 - Quiz

Waarom leende de VS geld aan Duitsland?
A
de VS wilde een nieuwe oorlog voorkomen
B
Duitsland zou dan producten van de VS kopen
C
Dit stond in het Verdrag van Versailles
D
de VS kreeg het geld met rente terug

Slide 9 - Quiz

1 Waarom is het leven in Amerika 'Good'?
A
Mensen kopen minder dan ze nodig hebben
B
Mensen kopen meer dan ze nodig hebben

Slide 10 - Quiz

2 Waarom is het leven in Amerika 'Good'?
A
Fabrieken produceren weinig en duur
B
Fabrieken produceren veel en goedkoop

Slide 11 - Quiz

Wat is een van de oorzaken van de economische crisis van 1929?
A
Mensen kochten minder spullen
B
Mensen kochten veel spullen op afbetaling
C
Fabrieken hadden te weinig producten op voorraad
D
De VS leende Duitsland te veel geld

Slide 12 - Quiz

Wat is de directe aanleiding tot de economische crisis van 1929?
A
Er ontstaat paniek op de beurs: mensen verkopen hun aandelen
B
Fabrieken hebben een te grote voorraad
C
Mensen kopen spullen op afbetaling

Slide 13 - Quiz

Hoe ontstaat er in Duitsland een grote crisis?
A
Frankrijk koopt geen producten van de VS meer
B
Duitsland weigert de herstelbetalingen te doen
C
De VS wilt het geleende geld terug

Slide 14 - Quiz

Leerdoel
Aan het eind v/d les kunnen de leerlingen uitleggen: 
  1. Waarom Hitler teleurgesteld was én op welke manier Hitler Duitsland weer sterk kon maken. Kopje 1 & 2, blz. 68.
  2. Wat een fascist is én wat fascisten willen. Kopje 2, blz. 68.
  3. Wat propaganda is en hoe het werkt. Daarnaast kunnen ze voorbeeldenervan doorzien. Kopje 2, blz. 68.
  4. Hoe Hitler op democratische wijze aan de macht kwam en via de Machtiginswet het land tot een dictatuur maakte. Kopje 3, blz. 69
  5. Dat Hitler door zijn aanpak op weg was naar een nieuwe oorlog. Kopje 4, blz. 69.

Slide 15 - Slide

Vraag van de paragraaf 4: 
Hoe kreeg Hitler alle macht in Duitsland?
Hoe kon hij Duitsland op een nieuwe oorlog voorbereiden? 

Slide 16 - Slide

Hitler is teleurgesteld
Hitler's ideeën:

  1. De oorlog is verloren door de Joden en Communisten, zij hadden de Duitse soldaten niet gesteund.
  2. Hitler wordt lid van de NSDAP (Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij) (nazi's). Binnen deze partij,  neemt Hitler steeds meer de rol van leider op zich.

Slide 17 - Slide

Niet denken, maar doen 1/3
1. Door de crisis zijn mensen werkeloos en geven ze de regering de schuld. 
2. Hitler beloofde dat hij Duitsland weer groot en sterk zou maken. 
3. Hitler vond dat het Verdrag van Versailles afgeschaft moest worden. 
4. Hitler geloofde in één sterke leider. 
5. Hitler's haat tegen Joden (en communisten) accepteerde men, omdat ze dachten dat hij een eind aan de chaos kon maken.

Slide 18 - Slide

Niet denken, maar doen 2/3
1. Hitler was leider van de nazi's en een fascist:
  • Fascisten vinden dat er één sterke leider moet zijn.
  • Fascisten vinden dat je niet té veel moet denken, maar moet doen.
  • Fascisten vinden geweld goed. 
2. De Duitse fascisten droegen uniformen, zwaaiden met vlaggen en sloegen Joden en communisten in elkaar. 

Slide 19 - Slide

Niet denken, maar doen 3/3
1. Hitler maakte gebruik van propaganda. 
2. Propaganda is reclame voor eigen land en volk, politieke reclame.
3.   Deze reclame is erop gericht om de samenleving voor je te winnen door bewust eenzijdige en/of verzonnen informatie te verspreiden. 
4. Zie voorbeelden van propaganda op de volgende slides. 

Slide 20 - Slide


PROPAGANDA

Slide 21 - Slide

Propaganda

Slide 22 - Slide

Propaganda

Slide 23 - Slide

Propaganda NSDAP
De eeuwige Jood
Een propaganda film (1940)

Slide 24 - Slide


Bierkellerputsch
1923



  • Hitler's mislukte staatsgreep (putsch) in München.
  • Hij wordt gearresteerd en veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar. 

Slide 25 - Slide


Hitler wordt vrijgelaten
1924



Hitler hoeft uiteindelijk slechts 9 maanden 
van zijn straf uit te zitten in de Landsberg-gevangenis

Slide 26 - Slide


Mein Kampf
1925



  • Hitler gebruikte zijn tijd in de gevangenis om zijn boek 'Mein Kampf' te schrijven.
  • Een slecht geschreven en bij elkaar gefantaseerd boek, met vage hersenspinsels.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video


Hitler wordt kanselier
30 januari 1933



  • Na de verkiezingen van november 1932, wordt de NSDAP de grootste partij.
  • Andere partijen (en de president) kunnen niet meer om Hitler heen.
  • Hij wordt kanselier (minister-president). 

Slide 30 - Slide


Hitler wordt kanselier
30 januari 1933



  • Hoewel Hitler nu kanselier is én leider van de grootste partij in de Rijksdag, heeft hij niet de meerderheid in het Duitse parlement. 
  • Hij zal dus altijd moeten samenwerken met andere partijen.
  • En dat vindt hij afschuwelijk: te lang praten om er samen uit te komen...

Slide 31 - Slide


Rijksdagbrand
27 februari 1933



  • Op 27 februari 1933 wordt de Rijksdag in de hens gezet. 
  • Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt  opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd.
  • Aan zijn schuld wordt echter nu nog steeds ernstig getwijfeld...

Slide 32 - Slide


Machtingswet
24 maart 1933



  • ...de brand komt Hitler wel érg goed uit: 
  • Hij kan de noodtoestand in Duitsland uitroepen.
  • Het Duitse parlement neemt een noodwet aan, de Machtigingswet, die Hitler onbeperkte macht geeft: Duitsland is een dictatuur.

Slide 33 - Slide


Machtingswet



  • De Grondwet kan door Hitler worden aangepast en opgeschort,  zonder goedkeuring van het Duitse parlement.
  • Alle partijen, behalve de NSDAP, worden verboden.
  • Sommige burgerrechten worden opgeschort (o.a. briefgeheim).

Slide 34 - Slide


Nacht van de Lange Messen
juni 1934




  • Hitler kan door de Machtigingswet zijn tegenstanders uitschakelen.
  • Dit zijn in het begin vooral mensen binnen Hitlers eigen partij.
  • Sommigen worden zonder proces vermoord door de SS, anderen komen in concentratiekampen.

Slide 35 - Slide

Video
Histoclips: Hoe kwam Hitler aan de macht?

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video


Führer
1934




  • Als president Hindenburg in 1934 overlijdt, komt er geen nieuwe president
  • Hitler is vanaf dat moment Führer, Leider, van Duitsland
  • Aan hem is onvoorwaardelijke trouw verschuldigd

Slide 38 - Slide


Hitler's populariteit stijgt
vanaf 1934




  • Hitler is rond 1934 mateloos populair. Het gaat goed in Duitsland. 
  • Zolang je niet tot een minderheid hoort, pluk je de vruchten van zijn beleid.
  • Door grootschalige werkverschaffingsprojecten daalt de werkloosheid snel, en krijgen Duitsers weer zelfvertrouwen én nationalistische gevoelens.

Slide 39 - Slide


Trouw aan de Führer
vanaf 1934




  • Hitlerjugend: jongens werden voorbereid op een leven als soldaat die zonder nadenken de bevelen van de Führer opvolgde.
  • Bund Deutscher Mädel: meisjes leerden er hoe zij een goede huisvrouw konden zijn en dat de ideale Duitse vrouw veel kinderen baarde.


Slide 40 - Slide

Op weg naar een nieuwe oorlog
  • Hitler liet werkeloze Duitsers in wapenfabrieken werken, in het leger gaan en wegen aanleggen.
  • De werkeloosheid daalde en hij kreeg zo meer aanhangers.
  • Hitler vond dat Duitsland recht had op meer ruimte; Lebensraum. Polen en Rusland moesten het maar afstaan, desnoods door een oorlog. 

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

Maak vragen par 4.4
2, 4, 7, 9, 10, 11  blz. 135- 138

Slide 43 - Slide