4. Een nieuwe leider


Een nieuwe leider
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Een nieuwe leider

Slide 1 - Slide

In welk tijdvak speelt dit hoofdstuk zich af?
Welke jaartallen horen hierbij? 

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Aan het eind v/d les kunnen de leerlingen uitleggen: 
  1. Waarom Hitler teleurgesteld was én op welke manier Hitler Duitsland weer sterk kon maken. Kopje 1 & 2, blz. 68.
  2. Wat een fascist is én wat fascisten willen. Kopje 2, blz. 68.
  3. Wat propaganda is en hoe het werkt. Daarnaast kunnen ze voorbeeldenervan doorzien. Kopje 2, blz. 68.
  4. Hoe Hitler op democratische wijze aan de macht kwam en via de Machtiginswet het land tot een dictatuur maakte. Kopje 3, blz. 69
  5. Dat Hitler door zijn aanpak op weg was naar een nieuwe oorlog. Kopje 4, blz. 69.

Slide 3 - Slide

Hitler is teleurgesteld
Hitler's ideeën:

  1. De oorlog is verloren door de Joden en Communisten, zij hadden de Duitse soldaten niet gesteund.
  2. Hitler wordt lid van de NSDAP (Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij) (nazi's). Binnen deze partij,  neemt Hitler steeds meer de rol van leider op zich.

Slide 4 - Slide

Niet denken, maar doen 1/3
1. Door de crisis zijn mensen werkeloos en geven ze de regering de schuld. 
2. Hitler beloofde dat hij Duitsland weer groot en sterk zou maken. 
3. Hitler vond dat het Verdrag van Versailles afgeschaft moest worden. 
4. Hitler geloofde in één sterke leider. 
5. Hitler's haat tegen Joden (en communisten) accepteerde men, omdat ze dachten dat hij een eind aan de chaos kon maken.

Slide 5 - Slide

Niet denken, maar doen 2/3
1. Hitler was leider van de nazi's en een fascist:
  • Fascisten vinden dat er één sterke leider moet zijn.
  • Fascisten vinden dat je niet té veel moet denken, maar moet doen.
  • Fascisten vinden geweld goed. 
2. De Duitse fascisten droegen uniformen, zwaaiden met vlaggen en sloegen Joden en communisten in elkaar. 

Slide 6 - Slide

Niet denken, maar doen 3/3
1. Hitler maakte gebruik van propaganda. 
2. Propaganda is reclame voor eigen land en volk, politieke reclame.
3.   Deze reclame is erop gericht om de samenleving voor je te winnen door bewust eenzijdige en/of verzonnen informatie te verspreiden. 
4. Zie voorbeelden van propaganda op de volgende slides. 

Slide 7 - Slide


PROPAGANDA

Slide 8 - Slide

Propaganda

Slide 9 - Slide

Propaganda

Slide 10 - Slide

Propaganda NSDAP
De eeuwige Jood
Een propaganda film (1940)

Slide 11 - Slide


Bierkellerputsch
1923



  • Hitler's mislukte staatsgreep (putsch) in München.
  • Hij wordt gearresteerd en veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar. 

Slide 12 - Slide


Hitler wordt vrijgelaten
1924



Hitler hoeft uiteindelijk slechts 9 maanden 
van zijn straf uit te zitten in de Landsberg-gevangenis

Slide 13 - Slide


Mein Kampf
1925



  • Hitler gebruikte zijn tijd in de gevangenis om zijn boek 'Mein Kampf' te schrijven.
  • Een slecht geschreven en bij elkaar gefantaseerd boek, met vage hersenspinsels.

Slide 14 - Slide


Hitler wordt kanselier
30 januari 1933



  • Na de verkiezingen van november 1932, wordt de NSDAP de grootste partij.
  • Andere partijen (en de president) kunnen niet meer om Hitler heen.
  • Hij wordt kanselier (minister-president). 

Slide 15 - Slide


Hitler wordt kanselier
30 januari 1933



  • Hoewel Hitler nu kanselier is én leider van de grootste partij in de Rijksdag, heeft hij niet de meerderheid in het Duitse parlement. 
  • Hij zal dus altijd moeten samenwerken met andere partijen.
  • En dat vindt hij afschuwelijk: te lang praten om er samen uit te komen...

Slide 16 - Slide


Rijksdagbrand
27 februari 1933



  • Op 27 februari 1933 wordt de Rijksdag in de hens gezet. 
  • Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt  opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd.
  • Aan zijn schuld wordt echter nu nog steeds ernstig getwijfeld...

Slide 17 - Slide


Machtingswet
24 maart 1933



  • ...de brand komt Hitler wel érg goed uit: 
  • Hij kan de noodtoestand in Duitsland uitroepen.
  • Het Duitse parlement neemt een noodwet aan, de Machtigingswet, die Hitler onbeperkte macht geeft: Duitsland is een dictatuur.

Slide 18 - Slide


Machtingswet



  • De Grondwet kan door Hitler worden aangepast en opgeschort,  zonder goedkeuring van het Duitse parlement.
  • Alle partijen, behalve de NSDAP, worden verboden.
  • Sommige burgerrechten worden opgeschort (o.a. briefgeheim).

Slide 19 - Slide


Nacht van de Lange Messen
juni 1934




  • Hitler kan door de Machtigingswet zijn tegenstanders uitschakelen.
  • Dit zijn in het begin vooral mensen binnen Hitlers eigen partij.
  • Sommigen worden zonder proces vermoord door de SS, anderen komen in concentratiekampen.

Slide 20 - Slide

Video
Histoclips: Hoe kwam Hitler aan de macht?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video


Führer
1934




  • Als president Hindenburg in 1934 overlijdt, komt er geen nieuwe president
  • Hitler is vanaf dat moment Führer, Leider, van Duitsland
  • Aan hem is onvoorwaardelijke trouw verschuldigd

Slide 23 - Slide


Hitler's populariteit stijgt
vanaf 1934




  • Hitler is rond 1934 mateloos populair. Het gaat goed in Duitsland. 
  • Zolang je niet tot een minderheid hoort, pluk je de vruchten van zijn beleid.
  • Door grootschalige werkverschaffingsprojecten daalt de werkloosheid snel, en krijgen Duitsers weer zelfvertrouwen én nationalistische gevoelens.

Slide 24 - Slide


Trouw aan de Führer
vanaf 1934




  • Hitlerjugend: jongens werden voorbereid op een leven als soldaat die zonder nadenken de bevelen van de Führer opvolgde.
  • Bund Deutscher Mädel: meisjes leerden er hoe zij een goede huisvrouw konden zijn en dat de ideale Duitse vrouw veel kinderen baarde.


Slide 25 - Slide

Op weg naar een nieuwe oorlog
  • Hitler liet werkeloze Duitsers in wapenfabrieken werken, in het leger gaan en wegen aanleggen.
  • De werkeloosheid daalde en hij kreeg zo meer aanhangers.
  • Hitler vond dat Duitsland recht had op meer ruimte; Lebensraum. Polen en Rusland moesten het maar afstaan, desnoods door een oorlog. 

Slide 26 - Slide