Periode 2 les 13

♥lich Willkommen 
1 / 40
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

♥lich Willkommen 

Slide 1 - Slide

Das Programm für Heute

- Intro 
-Herhaling hoofdlettergebruik
- Oefening sein, haben & werden
-Quizlet leren

Slide 2 - Slide

Doelen
- Je weet wanneer je in het Duits een hoofdletter schrijft.
-Je weet wat een zelfstandig naamwoord is.
-Je kent de rijtjes van sein, haben & werden.
-Je kunt bepalen of een vorm van sein, haben en werden passend is in de zin.
-Je kunt de werkwoorden sein, haben & werden correct vervoegen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 5 - Mind map

Hoofdlettergebruik in het Duits
Bekijk volgende zinnen:

  1. Wir lernen Deutsch in der Schule. 
  2. Heute macht Anna einen Schulausflug nach Berlin. 

Wat valt op 

Slide 6 - Slide

Wanneer een hoofdletter:
1. Aan het begin van de zin. 
2. Namen, plaatsnamen, merken etc. 
3. Zelfstandige naamwoorden. 

Slide 7 - Slide

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 8 - Mind map

Het zelfstandig naamwoord
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die 'een zelfstandigheid' aanduiden; dat kunnen concrete zaken zijn als mensen (man, Ineke), dieren (paard) en dingen (huis, hout), maar ook plaatsen (Den Haag, Frankrijk) 

Zelfstandige naamwoorden kunnen meestal gecombineerd worden met een van de lidwoorden de, het of een: de kast, het geluk, een week, enz

Slide 9 - Slide

Wel of geen hoofdletter?
A
die mutter
B
die Mutter

Slide 10 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
A
das pferd
B
das Pferd

Slide 11 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
A
zehn
B
Zehn

Slide 12 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
A
grün
B
Grün

Slide 13 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
A
berlin
B
Berlin

Slide 14 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
A
der junge
B
der Junge

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 18 - Drag question

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 19 - Drag question

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e
st
t

en
t
en
werden -> uitzondering
werd
werd
werd

werd
werd
werd

wirst
wird




du en er zijn onregelmatig. De rest van het werkwoord is regelmatig!
Let op de exta 'e'.

e
e


e
uitleg

Slide 20 - Slide

Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 21 - Drag question

Jetzt alles zusammen
haben sein und werden

Slide 22 - Slide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werdet
seid
habt
wird
ist
bin
haben
hast

Slide 23 - Drag question

Ich ............ dir die Matheaufgabe erklären.
A
habe
B
bin
C
werde

Slide 24 - Quiz

Ihr ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
habt
D
seid

Slide 25 - Quiz

Ariane ............... noch in der Schule.
A
ist
B
wird
C
hat
D
hast

Slide 26 - Quiz


.............. du morgen 10 oder 14 ?
A
wirdst
B
wirst
C
bist
D
hast

Slide 27 - Quiz

Ich warte auf Anna. Sie .......... mein Biologiebuch.
A
hatte
B
ist
C
wird
D
hat

Slide 28 - Quiz

.............. deine Eltern geschieden?
A
werden
B
sind
C
haben
D
hat

Slide 29 - Quiz

Wo .............. du deine Tasche versteckt?
A
habt
B
wirst
C
bist
D
hast

Slide 30 - Quiz

Frau Meier, wie alt .............Sie nächste Woche?
A
sind
B
werden
C
haben
D
wirst

Slide 31 - Quiz

Wir .......... den Lehrer um Hilfe bitten.
A
haben
B
sein
C
werden

Slide 32 - Quiz

Warum ................ ihr um acht Uhr weggegangen ?

Slide 33 - Open question

Das Baby .............. einen schönen Namen. Nicht wahr?

Slide 34 - Open question

Nein, wir ............... nie zurückommen.

Slide 35 - Open question

Mit wem ............... ihr nach Hamburg gehen?

Slide 36 - Open question

Johanna ................ dir helfen wenn sie Zeit findet.

Slide 37 - Open question

Der Kameramann ...............ein netter Mann.

Slide 38 - Open question

Da, ................ wir wieder mal Glück gehabt.

Slide 39 - Open question

Oefenen



https://quizlet.com/_99dodu?x=1qqt&i=1l8xlk
Na het oefenen doe je de proeftoets en lever je een screenshot van je score in via Google Classroom.
timer
10:00

Slide 40 - Slide