Brugklas H4 par. 5/6

Hoofdstuk 4: les 8 maart
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4: les 8 maart

Slide 1 - Slide

Bij welke productiesector hoort de vluchtsector?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Geen van allen

Slide 2 - Quiz

Vluchtsector
Deel van de dienstensector die niet officieel geregistreerd is en waarvoor nauwelijks geld of opleiding nodig is.

Slide 3 - Slide

Wat voor baantje zou jij bedenken als je in de sloppenwijken woonde?

Slide 4 - Open question

Wat is het Braziliaanse woord voor sloppenwijk?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Leven in de stad is dus niet altijd leuk in een ontwikkelingsland
Je vind er veel sloppenwijken waarin armoede heerst. Mensen verhuizen naar de grote stad om een beter leven op te bouwen, maar vaak is er geen goed betaald werk beschikbaar. Men werkt in de vluchtsector en kan vaak niet voorzien in basisbehoeften.

Slide 7 - Slide

Nu je weer weet waar het over gaat:
- Je gaat in 2tallen het HW nakijken (opdracht 1,3,4,5,7 van par. 5)
- Je krijgt een antwoordblad
- Je krijgt 10 minuten de tijd om alles na te kijken

Slide 8 - Slide

Paragraaf 6 - mogelijkheden voor ontwikkeling
We gaan naar blz. 70 in het handboek en daar lezen we de intro.

Slide 9 - Slide

Hoe zou je de arme groep
in Brazilië willen/kunnen helpen?

Slide 10 - Mind map

Er zijn dus meerdere oplossingen te bedenken.
Dit gebeurt vanuit 2 kanten:
- De arme mensen zelf
- De rijke landen die willen helpen

Slide 11 - Slide

Hoe heet het als rijke landen arme landen helpen?

Slide 12 - Open question

We lezen de eerste teksten op blz. 71

Slide 13 - Slide

Arme mensen proberen een beter leven op te bouwen door:
- Kinderen te laten werken
- Zelf meer te werken
- Te verhuizen naar een plek met meer en beter betaald werk
- Een microkrediet af te sluiten --> Lening voor arme mensen        zonder onderpand, zodat ze iets kunnen opstarten.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Ontwikkelingshulp: rijke landen helpen arme bevolkingen.
- Algemene hulp: geld of leningen aanbieden. Daarmee kunnen mensen schulden aflossen of iets beginnen (microkrediet)
- Projecthulp: er wordt gewerkt om een doel te bereiken, zoals waterpompen aanleggen.
- Noodhulp: als er iets ergs is gebeurd wordt er eten, medicijnen of materialen gestuurd.

Slide 16 - Slide

Nu ga je aan de slag in de tijd die er nog over is.
HW =  leren voor het Begrippen SO van morgen! 
Daarvoor mag je nu gaan leren en elkaar overhoren.
Je mag ook aan de slag met de opdrachten in je WB van par. 6.

Slide 17 - Slide