Les 29 - H3 - klassikaal maken opdracht 4

Welkom M3
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom M3

Slide 1 - Slide

Planning
Nakijken -Opdracht 2 (5min)
Klassikaal opdracht 4 -t/m vraag 5 (20min)
Nieuwsquiz (10min)
Huiswerk

Slide 2 - Slide

Wat was het huiswerk?
H3- Lezen
Opdracht 2 op blz. 66

Slide 3 - Slide

Verbanden (blz. 103)

- Opsomming: het na elkaar opnoemen van punten of delen

- Tegenstelling: twee dingen noemen die verschillend zijn

- Reden: waarom iemand iets doet, waarom iets gebeurt

- Voorbeeld: na een uitspraak volgen één of meer voorbeelden

- Oorzaak-gevolg: er is iets gebeurd (oorzaak), waardoor iets anders gebeurde (gevolg)

- Middel-doel: iets wordt gedaan (middel) om iets te bereiken (doel).

- Voorwaarde: eis waaraan moet worden voldaan, voordat iets anders kan gebeuren

- Conclusie: na alles op een rijtje te hebben gezet, volgt een eindoordeel, resultaat of slotsom


Slide 4 - Slide

Signaalwoorden 

Zinnen en alinea's zijn met elkaar verbanden (= verband). 

Dit geeft aan dat zinnen en alinea's met elkaar te maken hebben. 

Één manier om duidelijk te maken wel verband het betreft, zijn SIGNAALWOORDEN.


- Geeft aan hoe een tekst in elkaar overloopt / hoe een tekst is opgebouwd.

- Deze woorden laten zien dat zinnen of stukjes tekst bij elkaar horen.



Slide 5 - Slide

Voorbeelden signaalwoorden(blz. 103)

- Opsomming: ten eerste, ook, daarna, tevens, vervolgens, bovendien

- Tegenstelling: toch, echter, maar, enerzijds/anderzijds

- Reden: omdat, want, daarom, immers

- Voorbeeld: zo, als, bijvoorbeeld,

- Oorzaak-gevolg: daardoor, doordat, hierdoor

- Middel-doel: opdat, zodat, om, door middel van

- Voorwaarde: als, indien, op voorwaarde dat

- Conclusie: dus, concluderend, kortom


Slide 6 - Slide

Aan de slag!
Eerst gezamenlijk tekst  4 en 5 op blz. 68 -69 lezen



Daarna klassikaal vragen beantwoorden.
timer
10:00

Slide 7 - Slide

1. Wat is het onderwerp van beide teksten?

Slide 8 - Open question

2. Wat is het belangrijkste doel van beide teksten?

Slide 9 - Open question

3. Hoe wordt tekst 4 ingeleid?

Slide 10 - Open question

4. In alinea 2 van tekst 4 staat een voorbeeldbij het onderwerp. Waarvan is het een voorbeeld?

Slide 11 - Open question

5. Wat is het verband tussen alinea 2 en 3 van tekst 4?

Slide 12 - Open question

Huiswerk
H3- Lezen op blz. 68
Afmaken opdracht 4

Slide 13 - Slide