embryologie en geboorte

embryologie en geboorte

Een zygote is .... dat noteer je als ...

1. Haploïd, n
2. Haploïd, 2n
3. Diploïd, n
4. Diploïd, 2n

Wat is een zygote?

1. een mannelijke geslachtscel
2. een stadium van de eicel in de eierstokken
3. een pas bevruchte eicel in de eileider
4. een bevruchte eicel in de baarmoeder

klievingsdelingen van zygote tot embryo zijn een voorbeeld van

1. meiose en celdeling
2. mitose en celdeling
3. meiose en mitose
4. celdeling

bij welk nummer deelt
de zygote zich
voor het eerst?

1. 2
2. 4
3. 5

Vanaf wanneer kan men het hartje van de embryo horen ?

1. 5 weken
2. 7 weken
3. 8 weken
4. 6 weken

Hoe krijgt een embryo halverwege de zwangerschap zuurstof?

1. Via zijn/haar longen
2. Via het vruchtwater
3. Via de placenta
4. Het embryo heeft geen zuurstof nodig

Vanaf welke week in de zwangerschap spreken we niet meer van een embryo, maar van een foetus?

1. 7de week
2. 8ste week
3. 9de week
4. 10de week

Hoelang na de eisprong heeft een eventueel embryo de tijd om zich in te nestelen?

1. 1 dag
2. 9 dagen
3. 5 dagen
4. 12 dagen

Welk hormoon zorgt voor het weker worden van de baarmoederhals tijdens de ontsluitingsfase?

1. oxytocine
2. prostaglandines

Welk hormoon zorgt vlak voor de bevalling voor het op gang komen van de melksecretie?

1. oestrogeen
2. progesteron
3. prolactine
4. oxytocine

Wat zijn de drie fases bij de geboorte?

1. Ontsluitingsfase-uitdrijvingsfase-nageboorte
2. Nageboorte-voorgeboorte-babyfase
3. Ontspanningsfase- voorgeboorte-uitdrijvingsfase
4. Uitdrijvingsfase-nageboorte- babyfase

Wat is een doelwitorgaan van oxytocine?

1. hypofyse
2. baarmoeder
3. eierstokken
4. schildklier