KT1 - Diabetes en insuline

Anatomie, Fysiologie en Pathologie


Les 2.3.11
Periode 3
Leerjaar 2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Anatomie, Fysiologie en Pathologie


Les 2.3.11
Periode 3
Leerjaar 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
Hypo/ hyper, hoe zit het ook alweer?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Glucagon
Glycogeen
Insuline
glucose
suiker in het bloed
suiker dat is opgeslagen
Bloedsuiker verhogend
Bloedsuiker verlagend

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Welke van onderstaande stoffen is een hormoon
A
Insuline
B
Glycogeen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waar in het lichaam wordt geen glycogeen opgeslagen?
A
spieren
B
lever
C
alvleesklier

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

insuline is als sleuteltje nodig voor de cellen om glucose als brandstof te kunnen gebruiken.
Bloedsuikerwaarde nuchter
 nuchter geprikt (acht uur daarvoor niets gegeten of gedronken behalve water):
Onder de 6,1 mmol/l - geen diabetes
Tussen de 6,1 en 6,9 mmol/l - voorstadium van diabetes
Boven de 6,9 mmol/l - diabetes



Slide 9 - Slide

Een normale nuchtere waarde ligt tussen de 4 en de 8 mmol/l. 
Een normale waarde ligt in mg/dl tussen de 80 en 140.
Bloedsuikerwaarde niet nuchter


Bloedsuikerwaarde - niet nuchter geprikt (zo'n anderhalf tot twee uur na een maaltijd, op het moment dat er het meeste bloedsuiker in het bloed zit):
Onder de 7,8 mmol/l - geen diabetes
Tussen de 7,8 en 11 mmol/l - geen oordeel mogelijk
Boven de 11 mmol/l - diabetes

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Insuline
subcutaan
100 IE/ml
 

Slide 11 - Slide

Subcutaan: omdat het een eiwit is en anders wordt afgebroken in maag/darm kanaal
Insuline is wereldwijd ALTIJD 100 internationale eenheden per milliliters, de patiënt dient vaak toe in eenheden met een insulinepen 


insuline 
WEWe
Welke soort insuline zou je wanneer toedienen?

Slide 12 - Slide

UKW: ultra kort werkend
KW: kort werkend
MLW: middel lang werkend
LW: lang werkend

Insuline
Werking
Stofnaam
merknaam
snelwerkend
Insuline lispro
Humalog
middellang werkend
Insuline aspart
Novorapid
Langwerkend
Insuline glargine
Lantus
Mix
Novomix

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is de belangrijkste bijwerking van insuline therapie
A
Hyper
B
Hypo

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de belangrijkste voorwaarde voor het gebruik van bloedglucoseverlagende middelen?

A
Dat de lever nog deels werkt
B
Dat de lever dit niet afbreekt
C
Dat het duodenum insuline kan opnemen
D
Dat de alvleesklier nog werkt

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk
Maak MBO leren: Diabetes mellitus

Slide 16 - Slide

This item has no instructions