Bewegingszenuwcellen geleiden impulsen van het centrale
zenuwstelsel naar spieren of klieren (zie afbeelding 27). De cellichamen
van bewegingszenuwcellen liggen in het centrale zenuwstelsel. Een
bewegingszenuwcel heeft één lange uitloper (soms wel een meter lang), die
impulsen van het cellichaam af geleidt.
Schakelcellen geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel. Ze
verbinden de uitlopers van gevoelszenuwcellen met de uitlopers van
bewegingszenuwcellen (zie afbeelding 27). Schakelcellen liggen in hun
geheel in het centrale zenuwstelsel. Schakelcellen zijn onderling verbonden
door middel van uitlopers.