V4 Literatuur 2 Fictie en werkelijkheid

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen fictie en werkelijkheid
  2. Je kunt deze in fictie herkennen en verklaren
  3. Je kunt uitleggen hoe de relatie tussen fictie en werkelijkheid in een tekst is uitgewerkt of er onderzoek naar doen
  4. Je kent de begrippen fictie, (auto)biografie, autofictie

Slide 2 - Slide

Welk leesboek wil je nog lezen? Noteer titel, auteur en niveau.

Slide 3 - Open question

Programma

  1. Terugblik op h1: literatuur als kunst
  2. Literatuur h2: fictie en werkelijkheid
  3. Afsluiting en vooruitblik -> boeken

Slide 4 - Slide

Welke elf functies van literatuur worden er in het boek onderscheiden? (opdracht 1a)

Slide 5 - Mind map

Welke twaalfde functie voegt Renate Dorrestein toe? (opdracht 1b)

Slide 6 - Mind map

Welke argumenten voor het grote belang van lezen van boeken van Adriaan van der Weel en Jelle Jolles spreken je aan? (opdracht 6)

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat beschrijft de dichter in dit gedicht? (5a)

Slide 12 - Mind map

In welke drie stukken kan het gedicht ingedeeld worden? (5b)

Slide 13 - Mind map

Wat zijn de belangrijkste verschillen met hoe deze gebeurtenis op sites met medische informatie? (5c)

Slide 14 - Mind map

Hoe verhouden medische omschrijvingen en het gedicht zich tot de werkelijkheid? (5d)

Slide 15 - Mind map

Wat is de functie van het gedicht en die van een informatieve tekst? (5e)

Slide 16 - Mind map

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: 
  • Huiswerk: NUMO!
  • Meenemen: laptop, handboek en oefenboek KERN
  • Programma: Literatuur 3

Zorg dat je een boek leent!

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Functies van literatuur
Van elitekunst tot boeken voor alle mensen
Van literaire waarde naar ook literaire functies:

  • persoonlijk: ontspanning, emotieverwerking, kennisvergaring van leven en  wereld, misstanden aan de kaak stellen, antwoord geven op vragen, genieten van stijl en de denkwereld achter het boek
  • sociaal cultureel: uitbreiding woordenschat, taalgevoel, inzicht in de  cultuur (hoe staan wij in het heden en verleden)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Leesmanieren 
Hangt samen met je leeservaring en leesbehoeftes

  • Belevend (lekker ontspannend)
  • Herkennend (je identificeert je met personages)
  • Reflecterend (als je aan het denken gezet wilt worden)
  • Interpreterend (als je op zoek gaat naar diepere betekenislagen)
  • Poëticaal (als je literatuuropvattingen en literaire context wilt ontdekken) 
-> Leesmanieren zijn (bij meer literaire ervaring) te combineren

Slide 21 - Slide