1 Na de hardlooptraining heb ik me meteen
gedoucht.
2 Hylke heeft zijn teen onhandig tegen de tafelpoot gestoten.
3 Elze heeft de klemmende deur bijgeschaafd.
4 Naomi heeft lang getwijfeld over haar profielkeuze.
5 De bakkerij wordt uitgebreid met een gezellige koffiehoek.
6 Jonas heeft snel zijn sportkleren in zijn tas gepropt.