1.8 Spelling herhalen/oefenen

HERHALING 
1.8 Spelling (en grammatica)

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

HERHALING 
1.8 Spelling (en grammatica)

Slide 1 - Slide

Wat is waar?
A
de persoonsvorm verandert met de vraagproef
B
Een zin heeft geen zinsdelen
C
het wg bestaat uit alleen maar werkwoorden
D
Het onderwerp is altijd een persoon

Slide 2 - Quiz

Schrijf de persoonsvorm op van de zin:
"Ik heb mijn huiswerk voor Engels altijd af."

Slide 3 - Open question

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord

(winnen) Mijn broer ...... altijd met gamen.

Slide 4 - Open question

Wat is het gezegde in de zin:
Sarah en Koen kunnen erg goed voetballen.

Slide 5 - Open question

Wat is het onderwerp in de zin:
Sarah en Koen kunnen erg goed voetballen.

Slide 6 - Open question

Schrijf het HELE WERKWOORD op:

Mijn oma BETAALT altijd de boodschappen.

Slide 7 - Open question

Schrijf van het woord het de verleden tijd op:

Mijn oma BETAALT altijd de boodschappen.

Slide 8 - Open question

Schrijf het HELE WERKWOORD op:

De honden hebben samen buiten GESPEELD.

Slide 9 - Open question

Schrijf het onderwerp op:

De honden hebben samen buiten gespeeld.

Slide 10 - Open question

Wat is de persoonsvorm?

Gisteren heb ik heel lang zitten gamen.
A
zitten
B
gamen
C
heb zitten gamen
D
heb

Slide 11 - Quiz

Wat is het gezegde?

Gisteren heb ik heel lang zitten gamen.
A
zitten
B
gamen
C
heb zitten gamen
D
heb

Slide 12 - Quiz

Wat is het onderwerp?

Gisteren heb ik heel lang zitten gamen.
A
zitten
B
gamen
C
ik
D
gisteren

Slide 13 - Quiz

Aan het werk
Oefenen voor de toets
*versterk jezelf 1.8
*numo

Slide 14 - Slide