HERHALING - spelling & grammatica 1
1 / 11
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat betekent "gedreven" in deze zin?
A
Talent hebben voor
B
Fanatiek
C
Aandacht op één ding
D
De moeite, de kracht dit nodig is
Slide 2 - Quiz
"Dingen erbij leren, ergens beter in worden" =
A
combineren
B
de inspanning
C
ontwikkelen
D
presteren
Slide 3 - Quiz
Maak een samenstelling van de woorden talent + jacht:
Slide 4 - Open question
Welke 2 stellingen zijn waar?
A
de persoonsvorm vertelt wie wat doet in een zin
B
Zinsdelen geef je aan met zinsstrepen
C
De persoonsvorm is altijd een werkwoord
D
Het onderwerp is altijd enkelvoud
Slide 5 - Quiz
Schrijf de persoonsvorm op van de zin:
"Ik heb mijn huiswerk voor Engels altijd af."
"Ik heb mijn huiswerk voor Engels altijd af."
Slide 6 - Open question
Wat is het onderwerp in de zin:
Sarah en Koen kunnen erg goed voetballen.
Sarah en Koen kunnen erg goed voetballen.
Slide 7 - Open question
Schrijf de juiste vorm van het werkwoord
(winnen) Mijn broer ...... altijd met bordspelletjes.
(winnen) Mijn broer ...... altijd met bordspelletjes.
Slide 8 - Open question
Schrijf van het woord het HELE WERKWOORD op:
Dat BEPAALT hij tijdens het boodschappen doen.
Dat BEPAALT hij tijdens het boodschappen doen.
Slide 9 - Open question
Welk leesteken hoort hier?
Volg jij die serie ook op Netflix...
Volg jij die serie ook op Netflix...
A
.
B
!
C
,
D
?
Slide 10 - Quiz
Maak een zin met het woord: Buitengewoon
