Theme 3: Vocab A

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welk woord heeft niks met 'Food talk' te maken?

1. spicy
2. main course
3. change
4. vegetables

Welk woord is goed gespeld?

1. alltogether
2. custemer
3. strawbery
4. ingredient

Vertaal het Engelse woord 'salesman' naar het Nederlands

I found a total of three euro in change between the couch Vertaal 'couch' naar het Nederlands.

Wat is NIET juist?

1. altogether = alles bij elkaar
2. buy= kopen
3. find out = erachter komen
4. grape = grap

Wat is de juiste vertaling van het Engelse woord 'shopping basket'

1. winkelmandje
2. baas van een winkel
3. schoenendoos
4. winkelpersoneel

Mrs. Elias is a regular customer at the shoe store. Wat betekent 'customer'?

1. fan
2. kosten
3. klant
4. kostuummaker

Hoe heet het babietje van mevrouw Elias?

1. Luus
2. Rox
3. Fijs
4. Suus

Welk woord stond in
vocabulary A?

1. chewy
2. tasty
3. biscuits
4. strawberry

Ik ken de woordjes van Vocab A nu al goed!

1. Ja, ik weet ze allemaal.
2. Ik weet er een paar.
3. Ik ken ze bíjna allemaal.
4. Nee, ik weet er nog bijna geen één.