What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling Hoofdstuk 5
Spelling Hoofdstuk 5
opdracht 4 en 6
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Secondary Education
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
25 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spelling Hoofdstuk 5
opdracht 4 en 6
Slide 1 - Slide
Wat is juist?
A
eidelheid
B
eidelhijd
C
ijdelheid
D
ijdelhijd
Slide 2 - Quiz
Wat is juist?
A
bedreif
B
bedrijf
Slide 3 - Quiz
Wat is juist?
A
bedreigen
B
bedrijgen
Slide 4 - Quiz
Wat is juist?
A
elektriciteit
B
electriciteit
C
elektricitijt
D
electriciteit
Slide 5 - Quiz
Een ander woord voor toen is ... .
A
interteid
B
inderteid
C
indertijd
D
intertijd
Slide 6 - Quiz
Karel de Grote stond aan het hoofd van een ... .
A
kijzerrijk
B
keizerrijk
C
kijzerreik
D
keizerreik
Slide 7 - Quiz
Het gaat me niet om de kwantiteit, maar om de ... .
A
kwaliteid
B
kwaliteit
C
kwalitijd
D
kwaliteid
Slide 8 - Quiz
Welke woorden zijn juist gespeld?
A
leiding /magazijn / lekkernei / overheid
B
lijding / magazijn / lekkernij / overheid
C
leiding / magazijn / lekkernij / overhijd
D
leiding / magazijn / lekkernij / overheid
Slide 9 - Quiz
De vaas is van porselein.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Type de volgende woorden. Zet tussen ieder woord een /
Slide 11 - Open question
Welke woordenreeks is helemaal goed gespeld?
A
talrijk / terrijn / tovenarei / uitbreiden
B
talrijk/ terrein / tovenarij / uitbreiden
C
talreik / terrein / tovenarij / uitbreiden
D
talrijk / terrein / tovenarij / uitbrijden
Slide 12 - Quiz
Welke woordenreeks is helemaal correct?
A
veiligheid / waarschijnlijk / zonneschijn
B
veilighijd / waarscheinlijk / zonneschijn
C
veiligheid / waarscheinlijk / zonneschijn
D
veiligheid / waarscheinlijk / zonneschein
Slide 13 - Quiz
Ik heb een ... feestje gehad.
A
bereleuk
B
berenleuk
Slide 14 - Quiz
Hij is echt een ... .
A
beroepspeler
B
beroepsspeler
C
beroep-speler
D
beroeps-speler
Slide 15 - Quiz
Hij blijft drinken. Het is echt een ... .
A
drinkbroer
B
drinkebroer
C
drinkesbroer
D
drinkenbroer
Slide 16 - Quiz
Een ander woord voor bier is ... .
A
gerstnat
B
gerstenat
C
gerstsnat
D
gerstennat
Slide 17 - Quiz
Ik bak altijd pannenkoeken met een ... .
A
koekpan
B
koekepan
C
koekenpan
Slide 18 - Quiz
Pannenkoeken eten is ... .
A
reusgezellig
B
reuzegezellig
C
reuzengezellig
D
reuzen-gezellig
Slide 19 - Quiz
... is zeer slecht voor je tanden.
A
knarstanden
B
knarsetanden
C
knarsentanden
D
knarsertanden
Slide 20 - Quiz
Doe mij maar een kopje ... .
A
groente-soep
B
groentesoep
C
groentessoep
D
groentensoep
Slide 21 - Quiz
Wiens kamer is een ... ?
A
zwijnstal
B
zwijne-stal
C
zwijnenstal
D
zwijnesstal
Slide 22 - Quiz
More lessons like this
Spellingstrategie
September 2023
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Spelling 4, 5 en 6
February 2022
- Lesson with
23 slides
Other languages
Secondary Education
toetsstof hoofdstuk 1 en 2 Nieuw Nederlands H3
September 2024
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Secondary Education
trema, koppelteken, apostrof en accenten
June 2022
- Lesson with
47 slides
nederlands
Secundair onderwijs
Spelling leenwoorden
September 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
trema, koppelteken, apostrof en accenten
March 2022
- Lesson with
34 slides
nederlands
Secundair onderwijs
Spelling les 8
February 2022
- Lesson with
13 slides
Foreign language
Primary Education
Les 14: Taallab
November 2022
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Secundair onderwijs