3.16/3.17 Publiek + Taalverzorging

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands, laat het nog even dicht. 



Slide 2 - Slide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Voorbeeld: als er staat schrijf de zin over, dan doe je dat. 




Slide 3 - Slide

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Slide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- kun je een beleefde uitnodiging schrijven aan een volwassene;

Slide 5 - Slide

Verdiept arrangement:
Namen lln. 

Huiswerk noteren + maken:
Les: 3.16/3.17
blz.: 125 t/m 126
opdr.: 39

Slide 6 - Slide

4. Instructie
Lees mee op de volgende dia's.

Slide 7 - Slide

Publiek
Een tekst wordt altijd geschreven voor een bepaald publiek. Een tekst in ‘Kidsweek’ is bijvoorbeeld bestemd voor kinderen die geïnteresseerd zijn in nieuws.
Als je zelf een tekst schrijft, is het belangrijk dat je weet wie je publiek is. Dan kun je daar rekening mee houden. Het maakt een groot verschil of je tekst bestemd is voor je beste vriend(in) of voor de directeur van je school.

Slide 8 - Slide

Afspraken en regels: u of je
Gebruik nette woorden en wees beleefd. 
Volwassenen en onbekenden spreek je aan met u. 
Alleen als ze zeggen dat je je mag zeggen, dan schrijf je je.

Slide 9 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 3.16/3.17 opdr. 39 op blz. 125 t/m 126

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Namen lln... kom aan de instructietafel zitten. 
Dan gaan we samen aan de slag. 

Slide 10 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt : 
V: Les 3.16/3.17 opdr. 39 op blz. 125 t/m 126 --> namen lln
B: Les 3.16/3.17 opdr. 39 op blz. 125 t/m 126 --> namen lln
I: Les 3.16/3.17 opdr. 39 op blz. 125 t/m 126 --> namen lln

Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets/lezen/woordzoeker. 
timer
30:00

Slide 11 - Slide

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 
Zijn er vragen over de inhoud van de les?



Slide 12 - Slide

Afsluiting
- Ruim je boek en schrift van NE op als je klaar bent. 
- Schrijf je huiswerk op als je niet klaar bent. 

Volgende lesuur: .......................

Slide 13 - Slide