Deel 8a, blok 3, week 3 Les 1 betekenis van rest

24,28 + 7,3 = ?
1 / 14
next
Slide 1: Open question
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

24,28 + 7,3 = ?

Slide 1 - Open question

8,15 - 2,3 = ?

Slide 2 - Open question

lesdoel
Ik weet wat rest betekent bij een deelsom met rest.


Rest: is dat wat overblijft.

Slide 3 - Slide

16 mensen willen naar boven.
Hoe vaak moet de lift dan omhoog?

Hoe heb jij dat uitgerekend. Welke som heb jij gemaakt?

Slide 4 - Slide

Nu willen 17 mensen willen naar boven.
Hoe vaak moet de lift dan omhoog?

Hoe heb jij dat uitgerekend.
Voor 16 personen gaat de lift 2 keer heen en weer.
Nu is er 1 persoon meer, dus de lift moet nog een keer omhoog. In totaal dus 3 keer.

Slide 5 - Slide

overleg met elkaar
Schrijf het antwoord op je wisbord


Rest: is dat wat overblijft.
Er zijn 27 kinderen. In elke auto passen 4 kinderen.








Hoeveel auto’s hebben we nodig om de hele groep te vervoeren?

Slide 6 - Slide

Een bakje popcorn kost 3 euro.
Hoeveel bakken popcorn kun je kopen met 20 euro?

Je kunt met € 20,- maximaal 6 bakken kopen.
Want 7 bakken kosten € 21,-
Dus ik kom € 1,- tekort

Slide 7 - Slide

Wat is ons lesdoel?

Slide 8 - Open question

Juf doet het voor
wat is de som?

Slide 9 - Slide

Nu jullie
Wat is de som?
Schrijf het antwoord op je wisbord.
Leg aan je maatje uit hoe je de som hebt uitgerekend.
Wat doe je met de rest?

Slide 10 - Slide

Nu jij
Wat is de som?
Schrijf het antwoord op je wisbord.
Leg aan je maatje uit hoe je de som hebt uitgerekend.
Wat doe je met de rest?

Slide 11 - Slide

Nog een som
Wat is de som?
Schrijf het antwoord op je wisbord.
Leg aan je maatje uit hoe je de som hebt uitgerekend.
Wat doe je met de rest?

Slide 12 - Slide

Wat heb jij over rest geleerd?

Slide 13 - Open question

aan het werk
 Deel 8a, blok 3, week 3, Les 1

Opgave 2
Opgave 3
10 x Plussen


Slide 14 - Slide