Relative clauses (who, which, that, whose)

WHAT????


A relative clause? ? ?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

WHAT????


A relative clause? ? ?

Slide 1 - Slide

What is a relative clause?
A
Het is een bekende van je
B
Dat hangt er van af, alles is relatief
C
Het is een bijzin

Slide 2 - Quiz

what is a relative clause?


My brother, who is 24 years old, still lives at home

Slide 3 - Slide

A relative clause is een bijzin

Mijn moeder, die alle dagen van de week werkt, is altijd moe

Slide 4 - Slide


The thief who robbed an old lady was sent to jail.


Functie: Een betrekkelijke bijzin geeft extra informatie over iets of iemand.



Slide 5 - Slide

How to use it??
  • who      - als je wilt verwijzen naar personen
  • which  - als je verwijst naar dieren en dingen
  • that      - als je verwijst naar personen, dieren, dingen
  • whose - als je verwijst naar bezit van personen


Als er een komma voor who / which staat, kun je het niet vervangen door that

Slide 6 - Slide

We had spaghetti .... is my favourite meal, for dinner last night.
A
whom
B
whose
C
which
D
who

Slide 7 - Quiz

welke 2 woorden horen bij personen?
A
who and that
B
who and which
C
which and whom
D
whose and who

Slide 8 - Quiz

The boy ………... cat just died will stay at home today.
A
whom
B
which
C
whose
D
that

Slide 9 - Quiz

Wanneer kun je een betrekkelijk voornaamwoord weglaten uit de zin?
A
Alleen bij zinnen waar het niet tussen komma's staat
B
Dit kan alleen bij who, which, that
C
Niet
D
Altijd

Slide 10 - Quiz

This is the woman .......
asked Tim for money yesterday.
A
who
B
which

Slide 11 - Quiz

Any questions??

Slide 12 - Slide

Do you like the dog .....
is under the table?
A
Who
B
Which

Slide 13 - Quiz

This is the action film ...... I like so much!
A
Who
B
Which
C
That

Slide 14 - Quiz

Wel of geen "that" ?
The only Bond film ... I like is Skyfall.
A
Wel
B
Geen

Slide 15 - Quiz

Wel of geen "who" ?
Thom, .... is in my class, is 15 years old.
A
Wel
B
Geen

Slide 16 - Quiz

Work till the end of this hour, please
timer
5:00

Slide 17 - Slide