Presentatie Professioneel Profiel

1 / 44
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 44 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

• Voorstellen
• Werkplek, mijn taken
• Drijfverenspel
• Functies van onderwijs: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming
• Mijn lessen, waarden en talenten
• Mijn visie met onderbouwing
• Digitalisering
• Feedback collega’s tips en tops
• Feedback van medestudenten tips en tops
• Tips en tops van leerlingen
• Mijn ontwikkeling, wat ik heb geleerd
• Doorontwikkelen aan de hand van de verkregen feedback
• Professionele dialoog
• Toekomst, een levenlang leren

Slide 2 - Slide


Ik ben Jeltje Haarsma, ik ben 54 jaar en ik woon in Bakkeveen. Mijn zoon en dochter wonen op zichzelf.
Sinds 1 juli ben ik beppe van Jelte. Mijn hobby’s zijn koken, joggen en motorrijden.

Na de HAVO heb ik de kappersopleiding gedaan. Na jarenlang eigenaresse te zijn geweest van een kapsalon heb ik mezelf laten omscholen tot leerkracht.
Tien jaar geleden heb ik mijn pabo-diploma gehaald. Ik heb tien jaar les gegeven aan leerlingen van vier tot achttien jaar. 

Inmiddels heb ik zes jaar ervaring op School Lyndensteyn.

Slide 3 - Slide

Mijn onderwijsactiviteiten komen overeenkomen met de visie en missie van School Lyndensteyn.
 
Missie – ‘Waar we voor staan’
Binnen het vso werkt de leerling doelgericht aan een realistisch toekomstperspectief gericht op vervolgonderwijs of werken en op wonen en vrijetijdsbesteding. Er is ruimte, respect en nieuwsgierigheid voor wat een ieder beweegt en inspireert.

Visie – ‘Waar we voor gaan’
Om ontwikkeling bij de leerling mogelijk te maken wordt gewerkt vanuit een positief, voorspelbaar en veilig klimaat, gericht op autonomie, uitdaging en zelfvertrouwen.

Slide 4 - Slide


Op School Lyndensteyn ben ik de enige leerkracht gezondheidszorg en welzijn. Dit betekende vorig schooljaar dat ik het profiel zorg en welzijn snel eigen moest maken, omdat ik voor een groot gedeelte verantwoordelijk ben voor het leerresultaat van de leerlingen. Dit voelde voor mij wel als een druk, maar het was ook een reden om snel thuis te raken in de eindtermen van het profiel. Het profiel zorg en welzijn bestaat uit theorie- en praktijkopdrachten. 

Het profiel zorg en welzijn is een heel breed profiel en bestaat uit vier profielmodules:
• mens en gezondheid → gezond voedingspatroon en leefstijl, voedselveiligheid  
  en hygiëne
• mens en omgeving → schoonmaken en (facilitaire) dienstverlening, thuishulp 
  en wasverzorging
• mens en activiteit → ontwikkelingsfasen op sociaal en cognitief niveau,   
  activiteiten organiseren voor jong en oud
• mens en zorg → verzorging van mensen en EHBO, thuiszorg, robotica en
  domotica, ouderdoms- en welvaartsziekten


Slide 5 - Slide

Drijfverenspel

Door het spelen van het Drijfverenspel werd het zichtbaar wat mijn drive in het onderwijs is.
Ik vind het belangrijk om leerlingen voor te bereiden op de maatschappij. Samen met mijn collega's leid ik leerlingen op tot professionals. Daarbij houden we rekening met de cognitieve vermogens van de leerlingen. Lesgeven gaat over de complete mens en onderwijs is persoonsvormend (Biesta, 2014).

Mijn doel is om tijdens de lessen van het profiel zorg en welzijn leerlingen te helpen om hun diploma te halen en dat leerlingen zich kunnen ontwikkelen tot compleet mens.

Slide 6 - Slide

Bij kwalificatie worden leerlingen opgeleid tot professional die zich kennis, vaardigheden en beroepsidentiteit eigen maken. Lesgeven gaat over de complete mens en onderwijs is persoonsvormend. In mijn lessen besteed ik aandacht aan de drie doeldomeinen. Het is belangrijk dat leerlingen op school kunnen oefenen met hun kennis en vaardigheden. Op deze manier kunnen leerlingen zich op school voorbereiden op de maatschappij. Kennis en vaardigheden worden samen met de persoonlijke eigenschappen ook wel aangeduid als beroepscompetenties (Platforms vmbo, 2022).

Samen met mijn collega's leid ik leerlingen op tot professionals. Daarbij houden we rekening met de cognitieve vermogens van de leerlingen. Ik begeleid de leerlingen tijdens het profiel zorg en welzijn zodat ze voldoende zijn voorbereid voor hun vervolgopleiding op het mbo, stage, baan en als mens in de maatschappij. Tijdens het profiel zorg en welzijn bespreken we regelmatig de vervolgopleidingen en niveaus. 

Na het behalen van een diploma kunnen de leerlingen kiezen voor een mbo-opleiding die past bij hun niveau en richting. Het doel is dat de leerlingen een plek in de maatschappij krijgen die bij hen past, zodat ze energie krijgen van hun werk.


Slide 7 - Slide


Volgens Biesta zijn scholen een oefenplaats. Goed onderwijs heeft de functie om aandacht te besteden aan drie doeldomeinen. De drie functies van het onderwijs:
• Bij kwalificatie worden leerlingen opgeleid tot professional die zich kennis, vaardigheden en beroepsidentiteit eigen maken.
• Socialisatie betekent dat leerlingen worden voorbereid op de maatschappij. Burgerschapsvorming is nodig zodat leerlingen leren omgaan met verschillen.
• Subjectificatie of individuele persoonsvorming betekent de ontwikkeling van een eigen identiteit en het ontdekken van drijfveren en passies (Biesta, 2014).



Slide 8 - Slide

In de methode van Edu4all (Koops, 2016) wordt vaak gevraagd welk beroep en vervolgopleiding past bij de leerling. Ik ben op de hoogte van de ontwikkelingen ten aanzien van loopbaanbegeleiding. 

Met loopbaanoriëntatie- en –begeleiding (LOB) krijgen leerlingen meer zicht op hun kwaliteiten, mogelijkheden en drijfveren. Leerlingen zijn hierdoor in staat om een passende opleiding te kiezen. 

Door middel van het stroomdiagram wordt het voor de leerlingen zichtbaar welke beroepsprofielen en beroepenvelden in de sector GW bestaan. 

Slide 9 - Slide

Leerlingen maken kennis met verschillende profielmodules en verschillende beroepen. Samen met de leerlingen maken we tijdens de lessen van het profiel zorg en welzijn een verbinding tussen school en praktijk. In vogelvlucht maken ze kennis met de theorie en vaardigheden die nodig zijn voor het beroep dat hen aanspreekt.

De kennis en vaardigheden die de leerlingen hebben ontwikkeld tijdens het profiel zorg en welzijn kunnen ze gebruiken voor het beroep, in zorg en welzijn, dat ze mogelijk gaan kiezen. De leerlingen kunnen hun kennis en vaardigheden toepassen in een context die lijkt op de buitenschoolse context (Biesta, 2014).

In de theorieles maak ik voortdurend een koppeling van de theorie en de praktijk. Ik vraag naar voorbeelden uit de praktijk en gebruik de ervaringen van de leerlingen om de begrippen te leren. Er is veel interactie in mijn lessen. Leerlingen leren met en van elkaar. Een leerling legt uit en ik geef positieve feedback. De theorielessen geef ik vaak aan de hand van LessonUp. Door de filmpjes wordt de toepasbaarheid van een begrip uitgelegd in een praktijkvoorbeeld. Hierdoor leren de leerlingen hoe een begrip er in de praktijk uitziet.


Slide 10 - Slide

Socialisatie betekent dat leerlingen worden voorbereid op de maatschappij. Burgerschapsvorming is nodig zodat leerlingen leren omgaan met verschillen. Burgerschap geeft aandacht aan de manier waarop leerlingen opgroeien in de maatschappij en hoe ze ontwikkelen tot medeburgers.

De lessen burgerschap zijn verweven in de lessen en in het contact met de leerlingen. Door in gesprek te gaan met de leerlingen leer ik hun interesses kennen en leef ik automatisch met ze mee en vraag ik in de volgende les naar de afloop. De leerlingen leren elkaar onderling ook beter kennen. Doordat de leerlingen van elkaar weten op welke sport ze zitten of welke hobby ze hebben, leren ze elkaar kennen wat verbindend kan werken. Met het profiel zorg en welzijn worden leerlingen opgeleid voor beroepen in de zorg en dienstverlening. In de zorg en dienstverlening werk je met mensen en dan is het contact kunnen maken en de wisselwerking erg belangrijk.

In de klas vind ik het belangrijk dat leerlingen met verschillende achtergronden zich veilig voelen. Deze verschillen in achtergronden kunnen bijvoorbeeld verschillen zijn in gewoonten, geloof, cultuur of inkomsten. Nederland is een multiculturele samenleving. Elke cultuur heeft zijn eigen gebruiken, tradities en feesten.


Slide 11 - Slide


De maatschappij, dat zijn wij. 
Ik geef de leerlingen mee dat de wereld een samenleving is, met plaats voor iedereen. 

In samenwerking met mijn collega’s draag ik bij aan burgerschapsvorming en de ontwikkeling van de leerlingen tot zelfstandige en verantwoordelijke wereldburger.
 
Het gaat ook om de begeleiding van de oriëntatie op beroepen en het ontwikkelen van beroepsidentiteit. 

In de zorg en dienstverlening werk je met mensen en dan is de wisselwerking, kunnen communiceren en overleggen erg belangrijk. 

Slide 12 - Slide

Burgerschapsvorming komen we tegen op school, omdat we als mensen verschillend zijn en verschillende achtergronden hebben. 

Ik vind het belangrijk dat leerlingen andere invalshoeken leren op school. Dat leerlingen leren dat de wereld meer is dan de invalshoek van hun gezin, netwerk en opvoeding.

Burgerschapsvorming komt voor in alle lessen. Leerlingen praten onder het koken over hun belevingswereld en wat ze in het nieuws zien
Professionele gesprekken die vanuit de leerlingen komen: de gasprijzen, vluchtelingen en boerenprotesten

Ik deel mijn bezorgdheid niet met de leerlingen.

Slide 13 - Slide

Mijn motto is: Leven en laten leven. Leerlingen mogen zichzelf zijn, maar op school houden we rekening met elkaar. Thuis, op straat en op school heerst ook een andere cultuur met eigen regels. Leerlingen spreek ik aan op hun taalgebruik. De leerlingen nemen dit nu over en corrigeren elkaar nu ook door “schooltaal” te zeggen bij woorden die op school niet getolereerd worden.


Ik probeer mijn aandacht te verdelen over de leerlingen. Dit doe ik door leerlingen die voor hun beurt praten bewust te maken dat ik de beurten wil verdelen. Als leraar houd je rekening met verschil in achtergrond, competentie, motivatie, ontwikkeling en leervoorkeur. 

Leraren hebben de taak om aandacht te schenken aan de diversiteit die er in een klas aanwezig is. Als leraar kun je door te differentiëren op verschillende manieren om aansluiten bij leerlingen:
• Differentiëren in instructie
• Differentiëren in taak
• Differentiëren in begeleiding
• Differentiëren in tijd
• Differentiëren in leerstijlen (Geerts, 2011)

Slide 14 - Slide

De morele ontwikkeling verloopt volgens Kohlberg in een aantal stadia. Ieder stadium heeft een eigen manier van voelen en van nadenken over waarden en normen. Hoe ver iemand komt, is afhankelijk van de eigen ontwikkeling en de stimulansen uit de omgeving. Het is belangrijk hoe opvoeders omgaan met waarden en normen.

Ik handel pedagogisch doelmatig en ik houd rekening met verschillen in sociaal- culturele achtergrond/ normen, waarden, gewoonten en gebruiken die iemand vanuit huis meekrijgt. Ik houd er rekening mee dat sommige onderwerpen gevoelig liggen.

Niet alle leerlingen kunnen vrijheid aan. Zij hebben behoefte aan duidelijkheid. 


Slide 15 - Slide

Leerlingen worden uitgedaagd door betekenisvolle leertaken uit te voeren die persoonlijk van betekenis zijn. Leerlingen kiezen een thema omdat dit bij hun beleving past en zinvol is: een verjaardagstaart maken en uitdelen aan klasgenoten en een pannenkoekenfeest organiseren voor de kleuters. De leerlingen hebben invloed hoe hun product eruit komt te zien. Door betrokkenheid zet een leerling zich actiever in, wat leidt weer tot betere prestaties (Marzano, 2018). 
Leerlingen moeten tijdens de opdracht uitgedaagd en geactiveerd worden. Opdrachten zorgen ervoor dat er wordt nagedacht wat volgens Marzano belangrijk is om te leren. Kennis wordt opgeslagen in het langetermijn-geheugen door herhaling (Marzano, 2018).

Slide 16 - Slide

Volgens Gert Biesta zijn scholen een oefenplaats om via een proces tot een product te komen (Biesta, 2014).

Het doel van de kooklessen (alle praktijk) is dat de leerlingen de theorie leren toepassen in de praktijk en dat de leerlingen leren vanuit de praktijk. De wekelijkse kooklessen zijn ervaringsgericht en een voorbereiding op de toekomst. 

Leerlingen leren door met elkaar te overleggen en bij elkaar te kijken. De kooklessen zijn bij uitstek geschikt om zelf ontdekkend te leren en de theorie in praktijk te brengen. De theorielessen over hygiëne en voedingsmiddelen zijn nodig om verantwoord te kunnen koken.


Slide 17 - Slide

Persoonsvorming betekent de ontwikkeling van een eigen identiteit en het ontdekken van drijfveren en passies (Biesta, 2014). 
Op School Lyndensteyn koken de leerlingen elke week een gerecht om de vaardigheden eigen te maken en met tijdsdruk te kunnen presteren. Door het vele oefenen en herhalen, lukt het de leerlingen steeds beter om zelfstandig een kookopdracht uit te voeren. Samen met leerlingen ga ik op zoek naar een betekenisvolle invulling van de praktijkopdrachten. De leerlingen hebben inspraak welke praktijkopdrachten ze gaan uitvoeren, zoals recepten uitzoeken en een schoolfeest organiseren. Onderwijs moet een ontmoetingsplaats zijn waar mensen kunnen handelen (Biesta, 2014).

De leerlingen geven aan dat ze de praktijkonderdelen leuker vinden dan de theorie en dat ze meer leren vanuit de praktijk. Door de praktijkonderdelen kunnen de leerlingen een idee krijgen welk beroep bij hen past. De praktijkopdrachten bestaan soms uit rollenspelen zoals: vingerverband door een leerling die de rol van huisarts op zich neemt, een huisarts bellen voor een zorgvrager en een sollicitatiegesprek voeren. Hierdoor kunnen de leerlingen een idee krijgen welk beroep of richting bij hen past. Volgens Gert Biesta zijn scholen een oefenplaats om via een proces tot een product te komen. Lesgeven gaat over de complete mens en onderwijs is persoonsvormend.



Slide 18 - Slide


Koken is betekenisvol en toekomstgericht. Mijn drive is dat de leerlingen zelfstandig gezonde keuzes kunnen maken en lekkere en gezonde maaltijden op tafel kunnen zetten.

 Kennis is nodig om een gezonde leefstijl te kunnen ontwikkelen.
Met gezonde voeding zorg je ervoor dat voedingsstoffen en zuurstof optimaal worden opgenomen in het lichaam en dat je beter je afvalstoffen kwijtraakt en daardoor gezonder bent. Gezondheid draagt bij aan geluk. Ik ben blij dat ik een steentje kan bijdragen om leerlingen bewust te maken wat gezonde voeding is.

Slide 19 - Slide

Mijn lessen, waarden en talenten

De waarden die ik heb, komen tot uiting in mijn lessen. Ik heb liefde voor mijn werk en ik vind mijn werk heel waardevol. Ik hoop dat de leerlingen later een baan vinden die goed bij hen past, zodat ze hun werk ook met liefde kunnen doen en energie krijgen van hun werk.
De leerlingen ervaren bij mij in de klas een huiselijke sfeer. Ik vind het belangrijk dat er tijdens mijn lessen een ontspannen sfeer heerst waarin respect en eerlijkheid hoog in het vaandel staan. 

Ik heb veel interesse in de leerlingen en in hun interesses. De leerlingen zijn open naar elkaar toe en durven veel te vertellen over wat hen bezighoudt. 

Slide 20 - Slide

Het profiel zorg en welzijn leent zich er goed voor gesprekken. In mijn lessen kunnen leerlingen zich persoonlijk ontwikkelen en ik geef vrijheid bij de praktijkonderdelen. Bij betekenisvol leren maken leerlingen keuzes die persoonlijk van betekenis zijn. Zo worden leerlingen uitgedaagd en geactiveerd om de lesstof eigen te maken (Marzano, 2018).

Wanneer leerlingen de vrijheid en zelfstandigheid niet aankunnen geef ik meer duidelijkheid en begeleiding. Volgens Teitler is het zichtbaar van regels een houvast voor leerlingen (Teitler, 2020). Ik geef directe feedback en de leerlingen geven aan dat ze dat prettig vinden. Leerlingen weten dan of ze goed bezig zijn of dat ze een onderdeel anders aan moeten pakken.

Slide 21 - Slide

Ik probeer het leren inzichtelijk te maken voor de leerlingen door een jaarplanning. Per week weten de leerlingen welke leerdoelen behaald moeten worden en na het behalen ga ik dit afvinken waardoor de leerdoelen behapbaar zijn. 
In de gesprekken die ik met de leerlingen voer, probeer ik ze bewust te maken om uit te spreken wat ze nodig hebben: willen ze alleen werken of samen of hebben ze extra uitleg nodig. 
 De leerlingen weten dat ze de begrippen moeten kunnen beschrijven en begrijpen. De theorie van het profiel zorg en welzijn is verdeeld over vier profielmodules. De theorie is heel breed en de leerlingen geven aan dat ze de theorie saai vinden.
In mijn lessen praten we veel over leren leren, waardoor leerlingen zich bewust worden van de verschillende manieren van leren. Door verschillende werkvormen in te zetten, kan ik aansluiten op verschillende leervoorkeuren. Hierdoor lukt het de leerlingen om hogere cijfers te halen. Door het afwisselen van werkvormen waarbij de leerlingen leren om van en met elkaar te leren hebben de leerlingen mooie resultaten behaald. De leerlingen leren hierdoor dat inspanning loont en dit geeft zelfvertrouwen. De leerlingen zijn gek op woordgrapjes en we lachen heel wat af. Er is dus ruimte voor interactie en grapjes, maar er wordt ook hard gewerkt en de leerlingen hebben mooie resultaten gehaald.

Slide 22 - Slide


Ik besteed veel tijd aan de wisselwerking. In de methode Edu4all (Koops, 2016) worden gesprekstechnieken behandeld. Met het profiel zorg en welzijn worden leerlingen opgeleid voor beroepen in de zorg en dienstverlening. In de zorg en dienstverlening werk je met mensen en is de wisselwerking juist erg belangrijk. De leerlingen vinden het fijn dat er tijd is voor hun interesses. De interesses en belevenissen gebruik ik in de les om de begrippen te verduidelijken zodat de leerlingen de begrippen beter leren te begrijpen.
Ik ben benieuwd naar de manier waarop de leerlingen het beste leren. Ik heb veel gesprekken met de leerlingen hoe ze leren. 

Slide 23 - Slide

Mijn visie

Zonder relatie, geen prestatie! Welbevinden is een voorwaarde om tot leren te komen. Welbevinden brengt zelfvertrouwen teweeg, een gevoel van eigenwaarde (Janssen-Vos, 2017).
 
De mens heeft drie psychologische basisbehoeften: 
Leerlingen hebben een sterke behoefte om zich verbonden te voelen (relatie). Ze willen graag laten zien wat ze kunnen (competentie) en dat ze zichzelf willen kennen (autonomie) (Stevens, 2006).
Door een goede relatie raken leerlingen gemotiveerd om te leren. Door succeservaringen ontwikkelen de leerlingen de intrinsieke motivatie (Slooter, 2021).

Slide 24 - Slide


Ik stel hoge eisen aan de kwaliteit van mijn lessen. Ik stimuleer leerlingen in hun leren en speel in op onderwijsbehoeften. Als leraar houd ik rekening met verschil in achtergrond, competentie, motivatie, ontwikkeling en leervoorkeur. Ik schenk aandacht aan de diversiteit die er in een klas aanwezig is. 

In de les besteed ik aandacht om de leerlingen te leren om hun behoefte uit te spreken. Ik zet verschillende werkvormen in om de begrippen te leren beschrijven en begrijpen.  

Ik differentieer op verschillende manieren om aan te sluiten bij leerlingen.

Slide 25 - Slide


Metafoor

Door succeservaringen ontwikkelen de leerlingen de intrinsieke motivatie (Slooter, 2021). 

De leerlingen hebben na veel oefenen minder hulp nodig. Het gaspedaal indrukken en loslaten, is een mooie metafoor.

Scaffolding is leerlingen net boven het niveau ondersteunen, waardoor ze een hoger niveau kunnen bereiken. Het is een combinatie van ondersteuning aanbieden en het geleidelijk afbouwen zodra de zelfstandigheid toeneemt (Hoogveld, Janssen-Noordman, & Merriënboer, 2017).

Slide 26 - Slide


Modelling kan door een voorbeeld van de leerkracht, leerling, stappenkaart of filmpje.

Door instructiefilmpjes van snijtechnieken hebben de leerlingen al veel vaardigheden geleerd. Door modelling leren leerlingen om succesvol gedrag na te bootsen en het zich daarmee eigen te maken (Delfos, 2015).

Slide 27 - Slide

Digitalisering

In de theorielessen gebruik ik regelmatig LessonUp als activerende en interactieve werkvorm. Door vragen te stellen activeer ik de voorkennis en betrek ik de leerlingen bij de les. 

In de LessonUp behandel ik  begrippen. Ik gebruik de ervaringen en belevenissen van de leerlingen om de begrippen minder abstract te maken.

Ik zoek er filmpjes bij om het beeldend te maken voor de leerlingen. Door een filmpje kunnen de leerlingen de toepasbaarheid van de begrippen zien in de praktijk. De interactie is belangrijk om te leren (Ebbens, 2009). 

Slide 28 - Slide

In mijn lessen komen de  onderstaande aspecten voor:
betekenisvol leren
zone van naaste ontwikkeling  
relatie en prestatie
school als oefenplaats
(inter)actieve werkvormen
scaffolding
directe feedback

Ik vraag naar de ervaring van de leerlingen om de begrippen te leren. Door over de lesstof te praten en de theorie te koppelen aan de praktijk beklijft de theorie beter. Door de kookopdrachten kunnen de leerlingen de theorie in praktijk brengen en door de praktijkervaring is de theorie gemakkelijker te begrijpen. 

Slide 29 - Slide

Door de Wikiwijs kunnen de leerlingen de begrippen leren. Per eindterm heb ik een tekstbron geplaatst en een filmpje. De leerlingen hoefden daardoor minder tekstbronnen te lezen. 
Door de filmpjes wordt de toepasbaarheid van een begrip uitgelegd in een praktijkvoorbeeld. Hierdoor leren de leerlingen hoe het begrip er in de praktijk uitziet. 

Een mooi voorbeeld is leerling F. Hij is vanaf januari vanuit het praktijkonderwijs naar klas 3 van het vmbo opgestroomd. Na het kijken van alle filmpjes, heeft hij een 6 gehaald. Dit is toch ontzettend knap. Zijn reactie na afloop was dat hij altijd door middel van filmpjes leerde.  

Slide 30 - Slide


Volgens Vygotsky is de zone van naaste ontwikkeling de juiste uitdaging voor het optimale leerproces bij leerlingen (Geerts, 2011). 

Het leerdoel mag best een beetje uitdagend zijn. Als leerlingen in de actuele zone zitten, kunnen ze verveeld raken, omdat ze de leerstof al beheersen. Lesgeven is steeds afstemmen op het niveau van de leerlingen. 

Leren is een sociaal proces en vindt plaats in interactie. Het eigen maken van de nieuwe leerstof vraagt van de leerlingen een actieve leerhouding en de bereidheid om te investeren in zijn ontwikkeling (Geerts W. &., 2016). 

Slide 31 - Slide

Door activerende werkvormen in te zetten, zijn leerlingen actiever met de lesstof bezig. Door een activerende werkvorm laat je leerlingen nadenken, argumenteren en discussiëren over de lesstof (Geenen, 2017). 

Tijdens het lesbezoek heb ik een les gegeven waarbij leerlingen in groepjes samen in één document werkten. Door de activerende werkvorm Denken-delen-uitwisselen gingen de leerlingen de begrippen beschrijven. Daarna kregen de leerlingen de opdracht om een passend filmpje bij het begrip te zoeken. 
Door de filmpjes worden de begrippen minder abstract en zien de leerlingen de toepasbaarheid van het begrip in de praktijk.

Slide 32 - Slide

Leerlingenvragenlijst: Tien vragen over mijn rol als docent.
• De leerlingen geven aan dat ze het liefst leren vanuit de praktijk.
• Leerlingen leren de begrippen in de klassikale theorielessen, waarbij we praten over de begrippen aan de hand van LessonUp, het bekijken van passende filmpjes en het beantwoorden van de interactieve vragen.
• De leerlingen vinden het fijn dat ze op verschillende manieren mogen oefenen met het begrijpen van begrippen, zoals: zelfstandig werken, samenwerken met denken-delen-uitwisselen, passende filmpjes zoeken bij een begrip, begrippentrainer, oefentoets, een Kahoot maken voor klasgenoten.
• De leerlingen geven aan dat ze aan de hand van filmpjes leren hoe de begrippen in de praktijk worden toegepast.
• De meeste leerlingen vinden dat de begrippen en de praktijkopdrachten goed uitleg.
• De meeste leerlingen zijn zich bewust dat ze de begrippen moeten begrijpen voor een toets en het examen.
• De meeste leerlingen stellen een vragen als iets niet duidelijk is.
• De meeste leerlingen geven aan dat ik ze help als dat nodig is.
• Volgens de leerlingen vertel ik wat goed gaat of juist niet.
• De leerlingen vinden het prettig dat ze van tevoren weten hoe ze worden beoordeeld en hoeveel punten ze per onderdeel krijgen.

Slide 33 - Slide

Ik heb de leerlingen in Forms vragen gesteld over mijn lessen. 

Slide 34 - Slide

• Sta open voor contact met collega's, verschillende manieren van feedback
• Meer bij de leerlingen laten indien ze het niet af hebben of geleerd
• Leg de lat niet te hoog voor jezelf en de leerlingen.
• Accepteer wie je bent, je doet het goed; en geniet van wat je doet.
• Het is goed om tips van collega's ter harte te nemen, maar sta er ook niet te lang bij stil. Zie het enkel als toevoeging op wat je al doet. Kun je er niets mee, vraag dan om verduidelijking of laat het los.
• Je bent super flexibel, past je gemakkelijk aan en pakt nieuwe dingen snel op.
• Wees ervan overtuigd dat je goede ideeën hebt, deze mag je gerust uiten (hier lijk je wat terughoudend in, maar dat is helemaal niet nodig> je weet waar je het over hebt)

• Je werkt hard, bent enorm creatief, en je hebt elke leerling op het oog. Dit resulteert in innovatieve, betekenisvolle lessen die aansluiten op de klassen voor wie je de lessen ontwerpt. Kortom, je levert maatwerk.
• Je bent zeer toegankelijk en helpt je collega's graag. Deze hulp, of de suggesties die je geeft, weet je ook toegespitst en praktisch te maken, wat weer wijst op een goed empatisch vermogen.
• Je authentiek zijn in contact met de leerlingen. 

Slide 35 - Slide


• Niet te lang van stof zijn. Concreet verwoorden.
• Wees kritisch op je werk. Alles staat vaak in je stuk alleen veel te uitgebreid. Kijk wat nodig is
• Maak het overzichtelijk in kleine stappen.
• Je ging soms erg snel, hierdoor had ik soms het gevoel dat ik te weinig deed. Ik kon je niet altijd goed bijbenen
• Probeer ook te genieten van hetgeen je doet. Ik ken je als een hele harde werker, ik gun je wat meer rust en ruimte om ook te genieten van nieuwe inzichten, nieuwe ervaringen en nieuwe belevenissen.

• Je wilt meedenken met de ander en bent goed bereikbaar.
• Fijn om met je samen te werken. Behulpzaam en meedenkend.
• Je wilt iedereen helpen en werkt goed samen
• Je laat zien dat je een onderzoekende en nieuwsgierige houding hebt, omdat je het vak heel mooi vind.
• Je weet wat je wilt en gaat daar ook 100% voor!
• Ik vind je als medestudent een hele fijne samenwerkingspartner, je bent stipt, betrouwbaar en een keiharde werkster. Ik heb veel respect voor je en de manier hoe je studeert, je maakt grootste ontwikkelingen door. Respect voor hoe goed je het doet!


Slide 36 - Slide

Mijn ontwikkeling, wat ik heb geleerd

Door de opdrachten, de filmpjes die we moesten maken en de workshops die we hebben gegeven aan de medestudenten heb ik veel geleerd over de vakdidactiek. 
Ik ben blij dat ik deze opleiding aangeboden heb gekregen. 
Het profiel zorg en welzijn past goed bij mij. Mijn collega’s vinden het positief dat ik verschillende werkvormen inzet. Mijn collega’s zetten nu ook andere werkvormen in om leerlingen begrippen te laten leren voor een toets.
School Lyndensteyn vindt het geweldig dat ik zo enthousiast ben en de leerlingen enthousiast maak voor het profiel zorg en welzijn. Ik vind dat ik veel heb geleerd door de opleiding LGW en mijn lerende houding.. 

Slide 37 - Slide

Zichtbaar leren


Ik maak het leren zichtbaar:
Leerlingen hebben een jaarplanning met leerdoelen en opdrachten
de weekplanning per week afvinken
de feedup zichtbaar maken
door interactieve vragen te stellen
modellen
door verschillende activerende werkvormen:
leerlingen maken Kahoots voor elkaar 
DDU en de begrippenlijst met eindtermen in te laten vullen
door filmpjes de toepasbaarheid van de begrippen te laten zien
waardoor de begrippen minder abstract worden
door feedback en feedforward 

Slide 38 - Slide


• Kijk naar je lesgeven door de ogen van de leerling
• Help leerlingen hun eigen leraar te worden (Hattie, 2013).

Feedback is één van de krachtige middelen die een leerkracht kan inzetten om kinderen hun leerdoelen te laten bereiken volgens de onderzoeken van Hattie.
Door aan te sluiten bij de leerlingen, kunnen de leerlingen ervaren dat ze de lesstof beheersen. Feedback. Hoe sta ik ervoor? Feedforward. Wat is de volgende stap? (Hattie, 2013).
Tijdens het lesbezoek van HB kreeg ik feedback en feedforward om zichtbaar leren te vergroten bij de leerlingen.




Slide 39 - Slide


Doorontwikkelen aan de hand van de feedback

De feedback op de les van het lesbezoek was dat de leerlingen moeite hadden om passende filmpjes bij de begrippen te zoeken. Ik heb een vervolgles gegeven hoe je informatie zoekt met goeie zoekstrategieën.
De feedforward was dat leren meer zichtbaar wordt bij de leerlingen door leerlingen het geleerde te laten presenteren. En de leerlingen elkaar feedback en feedforward te geven.

Mijn collega's vinden dat ik proactief kan reageren en lessen kan ontwikkelen. Ik wil oog voor de leerlingen blijven houden. 

Slide 40 - Slide

Een professionele dialoog is een verdiepend gesprek om het onderwijs te verbeteren. Een goede vraag leidt tot verheldering en nieuwe inzichten voor de beantwoorder van die vraag. Socrates vroeg toestemming om een vraag te stellen. Bijvoorbeeld: “Ik ben nieuwsgierig naar jouw verhaal. Mag ik jou een vraag stellen?”

Een vraag is een uitnodiging tot nadenken, uitleggen, verdiepen, onderzoeken en verbinden. Een goede vraag is helder geformuleerd en komt uit een open en nieuwsgierige houding en zet het denken in beweging. 

Je leert jezelf beter kennen door gesprekken te voeren gericht op een gezamenlijke zoektocht naar wijsheid.






Slide 41 - Slide

Door leerlinggesprekken kan ik beoordelen wat zij van mij nodig hebben en waar ze eventueel extra ondersteuning bij nodig hebben. Dit geldt bij het kiezen van een profiel en vervolgopleiding. Ook voer ik leerlinggesprekken in mijn lessen over leren leren. 
Volgens Jonker (2021) motiveert het leerlingen wanneer je
op een positieve manier een gesprek voert. Dit zorgt voor het toenemen van zelfvertrouwen.

Door een professionele dialoog ontwikkel ik met anderen mijn eigen professionele identiteit wat in een specifieke situatie sociaal-maatschappelijk en ethisch wenselijk is. 

Takes the time it takes, so it takes less time (Parelli, 2012). 

De tijd nemen voor een goede dialoog levert meer op dan gehaaste gesprekken. Door door te vragen onderzoek je samen het standpunt dat tegengesteld is aan dat van de gesprekspartner(s). 
Tijdens de les PP hebben we een profelssionele dialoog geoefend. In februari staat het professionele dialoog gepland en dat wordt beoordeeld. Om me voor te bereiden heb ik het boek "Socrates op sneakers" gelezen.

Slide 42 - Slide

Toekomst - Een levenlang leren

Ik wil het zichtbaar leren verder ontwikkelen. Door leerlingen het geleerde te laten presenteren en elkaar feedback te geven, wordt het leren zichtbaar. Leerlingen kunnen dan leren van hun klasgenoten.

Voor de toekomst wil ik proactief blijven en lessen blijven ontwikkelen. Ik wil de leerlingen blijven betrekken in het leerproces door ze vragen te blijven stellen hoe ze leren en wat werkt. En ik wil nieuwsgierig blijven naar de ontwikkelingen in het onderwijs en oog blijven houden voor de behoeftes van de leerlingen, zodat ik lessen blijf ontwikkelen die passen bij de leerlingen. 

De belangrijkste adviezen van professor John Hattie voor leraren zijn:
• Kijk naar je lesgeven door de ogen van de leerling
• Help leerlingen hun eigen leraar te worden.

Ik ben me bewust dat niet alle lessen interessant zijn voor leerlingen. Daarom zet ik veel interactieve lessen in. De leerling moet inzicht krijgen in het eigen leerproces zodat het leerproces van zichzelf wordt (Hattie, 2013).


Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide